Dutch
Detailed Translations for over de nek gaan from Dutch to German
over de nek gaan: (*Using Word and Sentence Splitter)
- over: über; darüber; vorbei; vorüber; aus; klar; fertig; bereit; geschafft; erledigt; beendet; einsatzbereit; vollendet; parat
- de: das; der; die
- nek: Hals; Nacken; Genick
- nekken: zerstören; abnehmen; fertigmachen; zurückgehen; verkommen; ruinieren; zurücklaufen
- gaan: gehen; sich aufmachen; laufen; wandern; spazieren; bummeln; schreiten; spazierengehen; im Schritt gehen; sich fortbewegen; verlassen; abreisen; aufbrechen; wegfahren; fortreisen; wegreisen; seineZelteabbrechen
Wiktionary Translations for over de nek gaan:
External Machine Translations: