Dutch

Detailed Translations for registreren from Dutch to German

registreren:

registreren verbe (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)

  1. registreren (opschrijven; boeken; noteren; vastleggen; optekenen)
    buchen; aufschreiben; notieren; eintragen; registrieren; einschreiben; aufzeichnen
    • buchen verbe (buche, buchst, bucht, buchte, buchtet, gebucht)
    • aufschreiben verbe (schreibe auf, schreibst auf, schreibt auf, schrieb auf, schriebt auf, aufgeschrieben)
    • notieren verbe (notiere, notierst, notiert, notierte, notiertet, notiert)
    • eintragen verbe (trage ein, trägst ein, trägt ein, trug ein, trugt ein, eingetragen)
    • registrieren verbe (registriere, registrierst, registriert, registrierte, registriertet, registriert)
    • einschreiben verbe (schreibe ein, schreibst ein, schreibt ein, schrieb ein, schriebt ein, eingeschrieben)
    • aufzeichnen verbe (zeichne auf, zeichnest auf, zeichnt auf, zeichnete auf, zeichnetet auf, aufgezeichnet)
  2. registreren (op schrift stellen; noteren; aantekenen; optekenen; boeken)
    notieren; registrieren; eintragen; aufschreiben; aufzeichnen
    • notieren verbe (notiere, notierst, notiert, notierte, notiertet, notiert)
    • registrieren verbe (registriere, registrierst, registriert, registrierte, registriertet, registriert)
    • eintragen verbe (trage ein, trägst ein, trägt ein, trug ein, trugt ein, eingetragen)
    • aufschreiben verbe (schreibe auf, schreibst auf, schreibt auf, schrieb auf, schriebt auf, aufgeschrieben)
    • aufzeichnen verbe (zeichne auf, zeichnest auf, zeichnt auf, zeichnete auf, zeichnetet auf, aufgezeichnet)
  3. registreren
    registrieren
    • registrieren verbe (registriere, registrierst, registriert, registrierte, registriertet, registriert)
  4. registreren
    erfassen
    • erfassen verbe (erfaße, erfaßt, erfaßte, erfaßtet, erfaßt)

Conjugations for registreren:

o.t.t.
  1. registreer
  2. registreert
  3. registreert
  4. registreren
  5. registreren
  6. registreren
o.v.t.
  1. registreerde
  2. registreerde
  3. registreerde
  4. registreerden
  5. registreerden
  6. registreerden
v.t.t.
  1. heb geregistreerd
  2. hebt geregistreerd
  3. heeft geregistreerd
  4. hebben geregistreerd
  5. hebben geregistreerd
  6. hebben geregistreerd
v.v.t.
  1. had geregistreerd
  2. had geregistreerd
  3. had geregistreerd
  4. hadden geregistreerd
  5. hadden geregistreerd
  6. hadden geregistreerd
o.t.t.t.
  1. zal registreren
  2. zult registreren
  3. zal registreren
  4. zullen registreren
  5. zullen registreren
  6. zullen registreren
o.v.t.t.
  1. zou registreren
  2. zou registreren
  3. zou registreren
  4. zouden registreren
  5. zouden registreren
  6. zouden registreren
en verder
  1. ben geregistreerd
  2. bent geregistreerd
  3. is geregistreerd
  4. zijn geregistreerd
  5. zijn geregistreerd
  6. zijn geregistreerd
diversen
  1. registreer!
  2. registreert!
  3. geregistreerd
  4. registrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for registreren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aufschreiben aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen boekstaven; noteren; opschrijven; optekenen; te boek stellen
aufzeichnen aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen opnemen
buchen boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen boeken; inboeken
einschreiben boeken; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aanmelden; aanmonsteren; inboeken; indexeren; inschrijven; intekenen; kadastreren; opgeven; subscriberen; van indexnummers voorzien
eintragen aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen aanmelden; inboeken; indexeren; inschrijven; intekenen; kadastreren; opbrengen; opgeven; opleveren; subscriberen; van indexnummers voorzien
erfassen registreren aanhouden; arresteren; betrappen; bijsluiten; bijvoegen; gevangennemen; grijpen; iets bemachtigen; indexeren; inrekenen; insluiten; klauwen; nemen; nuttigen; obsederen; omtrekken; oppakken; pakken; snappen; te pakken krijgen; toevoegen; van indexnummers voorzien; vangen; vatten; verkrijgen; verschalken; verstaan; verstrikken
notieren aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen noteren; opschrijven; optekenen
registrieren aantekenen; boeken; noteren; op schrift stellen; opschrijven; optekenen; registreren; vastleggen indexeren; van indexnummers voorzien
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
buchen boeken

Wiktionary Translations for registreren:

registreren
verb
  1. vastleggen in een register
registreren
verb
  1. in ein Register eintragen

Cross Translation:
FromToVia
registreren registrieren enregistrermettre, écrire quelque chose sur un registre, ou seulement en prendre note.
registreren buchen; einschreiben; eintragen; verschreiben; hineinschreiben inscrireécrire le nom de quelqu’un, ou prendre note, faire mention de quelque chose sur un registre, sur une liste, etc.

registreren form of registeren:

registeren verbe (registreer, registreert, registreerde, registreerden, geregistreerd)

  1. registeren (index maken; indexeren)
    indexieren; ein Register machen

Conjugations for registeren:

o.t.t.
  1. registreer
  2. registreert
  3. registreert
  4. registreren
  5. registreren
  6. registreren
o.v.t.
  1. registreerde
  2. registreerde
  3. registreerde
  4. registreerden
  5. registreerden
  6. registreerden
v.t.t.
  1. heb geregistreerd
  2. hebt geregistreerd
  3. heeft geregistreerd
  4. hebben geregistreerd
  5. hebben geregistreerd
  6. hebben geregistreerd
v.v.t.
  1. had geregistreerd
  2. had geregistreerd
  3. had geregistreerd
  4. hadden geregistreerd
  5. hadden geregistreerd
  6. hadden geregistreerd
o.t.t.t.
  1. zal registeren
  2. zult registeren
  3. zal registeren
  4. zullen registeren
  5. zullen registeren
  6. zullen registeren
o.v.t.t.
  1. zou registeren
  2. zou registeren
  3. zou registeren
  4. zouden registeren
  5. zouden registeren
  6. zouden registeren
en verder
  1. ben geregistreerd
  2. bent geregistreerd
  3. is geregistreerd
  4. zijn geregistreerd
  5. zijn geregistreerd
  6. zijn geregistreerd
diversen
  1. registreer!
  2. registreert!
  3. geregistreerd
  4. registrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for registeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ein Register machen index maken; indexeren; registeren
indexieren index maken; indexeren; registeren indexeren; van indexnummers voorzien

Related Words for "registeren":


External Machine Translations: