Dutch

Detailed Translations for verhitten from Dutch to German

verhitten:

verhitten verbe (verhit, verhitte, verhitten, verhit)

  1. verhitten (eten opwarmen; opwarmen; verwarmen; warm maken)
    wärmen; aufwärmen; erhitzen; heizen; erwärmen von Essen; überhitzen; heißlaufen; aufkochen; glühen; feuern; aufbraten
    • wärmen verbe (wärme, wärmst, wärmt, wärmte, wärmtet, gewärmt)
    • aufwärmen verbe (wärme auf, wärmst auf, wärmt auf, wärmte auf, wärmtet auf, aufgewärmt)
    • erhitzen verbe (erhitze, erhitzt, erhitzte, erhitztet, erhitzt)
    • heizen verbe (heize, heizt, heizte, heiztet, geheizt)
    • überhitzen verbe (überhitze, überhitzt, überhitzte, überhitztet, überhitzt)
    • heißlaufen verbe (laufe heiß, läufst heiß, läuft heiß, lief heiß, lieft heiß, heißgelaufen)
    • aufkochen verbe (koche auf, kochst auf, kocht auf, kochte auf, kochtet auf, aufgekocht)
    • glühen verbe (glühe, glühst, glüht, glühte, glühtet, geglüht)
    • feuern verbe (feure, feuerst, feuert, feuerte, feuertet, gefeuert)
    • aufbraten verbe (brate auf, bratest auf, bratet auf, bratete auf, bratetet auf, aufgebratet)

Conjugations for verhitten:

o.t.t.
  1. verhit
  2. verhit
  3. verhit
  4. verhitten
  5. verhitten
  6. verhitten
o.v.t.
  1. verhitte
  2. verhitte
  3. verhitte
  4. verhitten
  5. verhitten
  6. verhitten
v.t.t.
  1. heb verhit
  2. hebt verhit
  3. heeft verhit
  4. hebben verhit
  5. hebben verhit
  6. hebben verhit
v.v.t.
  1. had verhit
  2. had verhit
  3. had verhit
  4. hadden verhit
  5. hadden verhit
  6. hadden verhit
o.t.t.t.
  1. zal verhitten
  2. zult verhitten
  3. zal verhitten
  4. zullen verhitten
  5. zullen verhitten
  6. zullen verhitten
o.v.t.t.
  1. zou verhitten
  2. zou verhitten
  3. zou verhitten
  4. zouden verhitten
  5. zouden verhitten
  6. zouden verhitten
en verder
  1. ben verhit
  2. bent verhit
  3. is verhit
  4. zijn verhit
  5. zijn verhit
  6. zijn verhit
diversen
  1. verhit!
  2. verhit!
  3. verhit
  4. verhittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verhitten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aufbraten eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken
aufkochen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken opkoken; opnieuw doen koken
aufwärmen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken opbakken; zich warmen
erhitzen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken aan de kook raken; koken van woede; kookpunt bereiken; opwekken; opwinden; prikkelen; stimuleren; zieden
erwärmen von Essen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken
feuern eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken aanmaken; afschieten; afvuren; blakeren; branden; licht aansteken; ontheffen; ontslaan; ontsteken; schieten; schoten lossen; uitsturen; verschroeien; verzenden; verzengen; vuren; wegsturen; wegzenden; zengen
glühen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken excelleren; fonkelen; glimmen; glinsteren; gloeien; iets uitstralen; licht geven; nasmeulen; onderscheiden; overtreffen; schijnen; schitteren; smeulen; stralen; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken
heizen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken
heißlaufen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken
wärmen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken warmen; zich warmen
überhitzen eten opwarmen; opwarmen; verhitten; verwarmen; warm maken

Wiktionary Translations for verhitten:


Cross Translation:
FromToVia
verhitten erhitzen heat — to cause an increase in temperature of an object or space
verhitten anregen; stimulieren; anfeuern; aufregen exciter — Engager, porter à.
verhitten ärgern; erbittern; erzürnen; anfeuern; aufregen; anregen; ermutigen; erregen; reizen; schüren; anfachen; aufreizen hérisserdresser ses cheveux, ses poils, ses plumes, en parlant de l’homme et des animaux.