Dutch

Detailed Translations for wijd from Dutch to German

wijd:

wijd adj

  1. wijd (ruim)
  2. wijd (breed)
    – met veel ruimte van zijkant naar zijkant 1
    weit; breit

Translation Matrix for wijd:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- breed
ModifierRelated TranslationsOther Translations
breit breed; wijd breed; breedgeschouderd; fors; in details; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt
umfangreich ruim; wijd corpulent; dik; extensief; gezet; in details; lijvig; uitgebreid; uitgewerkt; zwaarlijvig
viel umfassend ruim; wijd
weit breed; ruim; wijd in details; uitgewerkt
weitgehend ruim; wijd in details; uitgewerkt; verregaand

Related Words for "wijd":

  • wijdheid, wijder, wijdere, wijdst, wijdste

Synonyms for "wijd":


Antonyms for "wijd":


Related Definitions for "wijd":

  1. met veel ruimte van zijkant naar zijkant1
    • er zitten wijde mouwen in die jas1

Wiktionary Translations for wijd:

wijd
adjective
  1. met een brede lip

Cross Translation:
FromToVia
wijd breit; weit wide — having a large physical extent from side to side
wijd reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; breit; umfassend; umfangreich ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
wijd breit; reichlich; überflüssig; überschüssig; versehen; ausgedehnt; geräumig; weit; umfassend; umfangreich large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
wijd ausgedehnt; geräumig; weit; umfassend; umfangreich étendugrand, large, vaste.

wijd form of wijden:

wijden verbe (wijd, wijdt, wijdde, wijdden, gewijd)

  1. wijden (inzegenen; zegenen; heiligen; inwijden)
    weihen; einweihen; inaugurieren; einsegnen; initiieren
    • weihen verbe (weihe, weihst, weiht, weihte, weihtet, geweiht)
    • einweihen verbe (weihe ein, weihst ein, weiht ein, weihte ein, weihtet ein, eingeweiht)
    • inaugurieren verbe (inauguriere, inaugurierst, inauguriert, inaugurierte, inauguriertet, inauguriert)
    • einsegnen verbe (segne ein, segnest ein, segnet ein, segnete ein, segnetet ein, eingesegnet)
    • initiieren verbe (initiiere, initiierst, initiiert, initiierte, initiiertet, initiiert)

Conjugations for wijden:

o.t.t.
  1. wijd
  2. wijdt
  3. wijdt
  4. wijden
  5. wijden
  6. wijden
o.v.t.
  1. wijdde
  2. wijdde
  3. wijdde
  4. wijdden
  5. wijdden
  6. wijdden
v.t.t.
  1. heb gewijd
  2. hebt gewijd
  3. heeft gewijd
  4. hebben gewijd
  5. hebben gewijd
  6. hebben gewijd
v.v.t.
  1. had gewijd
  2. had gewijd
  3. had gewijd
  4. hadden gewijd
  5. hadden gewijd
  6. hadden gewijd
o.t.t.t.
  1. zal wijden
  2. zult wijden
  3. zal wijden
  4. zullen wijden
  5. zullen wijden
  6. zullen wijden
o.v.t.t.
  1. zou wijden
  2. zou wijden
  3. zou wijden
  4. zouden wijden
  5. zouden wijden
  6. zouden wijden
diversen
  1. wijd!
  2. wijdt!
  3. gewijd
  4. wijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wijden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einsegnen heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen inaugureren; inhuldigen; inwijden; plechtig bevestigen
einweihen heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
inaugurieren heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen afstemmen; inaugureren; inhuldigen; instellen; inwijden; plechtig bevestigen
initiieren heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen afstemmen; initiëren; instellen; op gang brengen
weihen heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen

Wiktionary Translations for wijden:


Cross Translation:
FromToVia
wijden widmen dedicate — to set apart for a deity or for religious purposes; consecrate
wijden widmen devote — to commit oneself for a certain matter
wijden segnen; einsegnen; benedeien bénir — (religion) consacrer au culte, au service divin avec certaines cérémonies.

Related Translations for wijd