Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aandrijving:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aandrijving from Dutch to German

aandrijving:

aandrijving [de ~ (v)] nom

  1. de aandrijving (motor)
    der Motor; der Antrieb; die Antriebskraft; die Triebkraft
  2. de aandrijving (stuwkracht; voortstuwing)
    der Antrieb; der Schub; die Antriebskraft; die Triebkraft
  3. de aandrijving (aandrijfmechanisme; drijfwerk; aandrijvingsmechanisme)

Translation Matrix for aandrijving:

NounRelated TranslationsOther Translations
Antrieb aandrijving; motor; stuwkracht; voortstuwing aandrang; aandrift; aandriften; drang; drift; driften; impuls; instinct; natuurdrift; neiging
Antriebmechanismus aandrijfmechanisme; aandrijving; aandrijvingsmechanisme; drijfwerk
Antriebskraft aandrijving; motor; stuwkracht; voortstuwing aandrijfkracht; drijfkracht; stuwkracht
Motor aandrijving; motor motor
Schub aandrijving; stuwkracht; voortstuwing aantal personen bijeen; gezelschap; groep; karrenvracht
Triebkraft aandrijving; motor; stuwkracht; voortstuwing aandrift; aanmoediging; aansporing; animering; daadkracht; dynamiek; energie; esprit; fut; gistkracht; groeikracht; kracht; levensvatbaarheid; momentum; opwekking; prikkel; puf; stimulans; stimulering; stuwkracht; voortstuwing; werklust

Related Words for "aandrijving":


Wiktionary Translations for aandrijving:

aandrijving
noun
  1. een voortstuwende kracht waarmee toestellen in beweging worden gebracht en gehouden

Cross Translation:
FromToVia
aandrijving Antrieb; Triebwerk; Motor engine — mechanical device