Dutch

Detailed Translations for cadeau aannemen from Dutch to German

cadeau aannemen:

cadeau aannemen verbe

  1. cadeau aannemen (aannemen; aanvaarden; accepteren)
    annehmen; akzeptieren; ein Geschenk annehmen; einstecken; schlucken; hinnehmen; einkassieren
    • annehmen verbe (nehme an, nimmst an, nimmt an, nahm an, nahmt an, angenommen)
    • akzeptieren verbe (akzeptiere, akzeptierst, akzeptiert, akzeptierte, akzeptiertet, akzeptiert)
    • einstecken verbe (stecke ein, steckst ein, steckt ein, steckte ein, stecktet ein, eingesteckt)
    • schlucken verbe (schlucke, schluckst, schluckt, schluckte, schlucktet, geschluckt)
    • hinnehmen verbe (nehme hin, nimmst hin, nimmt hin, nahm hin, nahmt hin, hingenommen)
    • einkassieren verbe (kassiere ein, kassierst ein, kassiert ein, kassierte ein, kassiertet ein, einkassiert)

Translation Matrix for cadeau aannemen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
akzeptieren aannemen; aanvaarden; accepteren; cadeau aannemen aannemen; aanvaarden; accepteren; in ontvangst nemen; ontvangen; voor lief nemen; zich laten gevallen
annehmen aannemen; aanvaarden; accepteren; cadeau aannemen aannemen; aanpakken; aanvaarden; aanvatten; accepteren; adopteren; beantwoorden; bedoelen; beogen; betogen; demonstreren; geloven; gissen; gissing maken; in ontvangst nemen; krijgen; naar voren brengen; ontvangen; opnemen; opperen; opstrijken; opvangen; poneren; postuleren; raden; stellen; ten doel hebben; uitgaan van; veronderstellen; vooronderstellen
ein Geschenk annehmen aannemen; aanvaarden; accepteren; cadeau aannemen
einkassieren aannemen; aanvaarden; accepteren; cadeau aannemen iets verduren; incasseren; opvangen
einstecken aannemen; aanvaarden; accepteren; cadeau aannemen afpakken; aftroggelen; bietsen; binnenkrijgen; binnensteken; gappen; grissen; inpikken; insteken; ontfutselen; op de bus doen; opslokken; pikken; posten; zwelgen
hinnehmen aannemen; aanvaarden; accepteren; cadeau aannemen aannemen; aanvaarden; accepteren; in ontvangst nemen; krijgen; ontvangen; opstrijken; voor lief nemen; zich laten gevallen
schlucken aannemen; aanvaarden; accepteren; cadeau aannemen bikken; binnenkrijgen; bunkeren; consumeren; doorslikken; eten; incorporeren; inlijven; lurken; naar binnen werken; nuttigen; opeten; opnemen in groter geheel; opslokken; schransen; schrokken; slikken; slurpen; tegoed doen; tot zich nemen; verorberen; vreten; zitten proppen; zuigen; zwelgen

Related Translations for cadeau aannemen