Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. coifferen:


Dutch

Detailed Translations for coifferen from Dutch to German

coifferen:

coifferen verbe

  1. coifferen (knippen; kappen)
    knipsen; schneiden; einschneiden
    • knipsen verbe (knipse, knipsst, knipst, knipste, knipstet, geknipst)
    • schneiden verbe (schneide, schneidest, schneidet, schnitt, schnittet, geschnitten)
    • einschneiden verbe (schneide ein, schneidest ein, schnitt ein, schnittet ein, eingeschnitten)

Translation Matrix for coifferen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einschneiden coifferen; kappen; knippen creneleren; doordouwen; doordringen; doorzetten; een inkeping maken; groeven; in hout schrijven; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; penetreren; snipperen; verknippen; versnipperen
knipsen coifferen; kappen; knippen
schneiden coifferen; kappen; knippen afknippen; afsnijden; besnoeien; couperen; etsen; graveren; grootspreken; knippen; kort knippen; kort maken; korten; links laten liggen; met effect spelen; negeren; opensnijden; opscheppen; opsnijden; snerpen; snijden; snoeien; snoeven; trimmen