Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. dat:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dat from Dutch to German

dat:

dat adj

  1. dat
    das
  2. dat (dit; die; deze)

Translation Matrix for dat:

OtherRelated TranslationsOther Translations
das de; het; zulks
ModifierRelated TranslationsOther Translations
das dat
diese dat; deze; die; dit deze; die; dit
dieser dat; deze; die; dit deze; die; dit
dieses dat; deze; die; dit deze; die; dit

Related Words for "dat":

  • date

Antonyms for "dat":


Related Definitions for "dat":

  1. geeft aan dat het wat verder bij de spreker vandaan is1
    • dit boek vind ik mooi, maar dat niet1
  2. waarmee je twee zinnen verbindt1
    • ik ben blij dat je morgen weer komt1
  3. waarmee je verwijst1
    • het hondje dat aan kwam lopen, moet hier weg1

Wiktionary Translations for dat:

dat
conjunction
  1. een voegwoord dat een lijdend-voorwerpszin inluidt
pronoun
  1. wijst iets aan dat zich in een afstand van de spreker bevindt
dat
Cross Translation:
FromToVia
dat obwohl even though — although
dat dass that — connecting noun clause
dat jener; jene; jenes that — what is being indicated
dat der; die; das that — which
dat der; die; das what — nonstandard relative pronoun
dat der; welcher which — (relative) who, whom, what
dat dass; daß que — Complémenteur

Related Translations for dat