Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. expressie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for expressie from Dutch to German

expressie:

expressie [de ~ (v)] nom

  1. de expressie (gezichtsuitdrukking; uitdrukking; gelaatsuitdrukking)
    der Ausdruck; der Gesichtsausdruck; der Blick; die Redensart; die Redewendung; Sprichwort; die Äußerung
  2. de expressie
    der Ausdruck

Translation Matrix for expressie:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausdruck expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking afdruk; frase; gezegde; inleiding; introductie; naam; print; proloog; taalschat; term; uitdrukking; uitdrukkingen; voorbericht; voorwoord; zegswijze; zin
Blick expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking gezicht; kijk; panorama; perceptie; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht
Gesichtsausdruck expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking
Redensart expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking frase; gezegde; idioom; taaleigen; taalschat; uitdrukking; uitdrukkingen; zegswijze; zin
Redewendung expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking frase; gezegde; redekundig gezegde; uitdrukking; verwoording; zegswijze; zin
Sprichwort expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking frase; gezegde; idioom; spreekwoord; taaleigen; taalschat; uitdrukking; uitdrukkingen; zegswijze; zin
Äußerung expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking het uitspreken; meningsuiting; uiting; uitlating; uitspraak
- uitdrukking

Related Words for "expressie":

  • expressies

Synonyms for "expressie":


Related Definitions for "expressie":

  1. wat je kunt lezen op een gezicht1
    • aan de expressie kun je zien dat hij boos is1

Wiktionary Translations for expressie:

expressie
noun
  1. uitdrukking van het gezicht