Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. iets verduren:


Dutch

Detailed Translations for iets verduren from Dutch to German

iets verduren:

iets verduren verbe

  1. iets verduren (incasseren; opvangen)
    kassieren; einkassieren; eintreiben; einfordern; einziehen
    • kassieren verbe (kassiere, kassierst, kassiert, kassierte, kassiertet, kassiert)
    • einkassieren verbe (kassiere ein, kassierst ein, kassiert ein, kassierte ein, kassiertet ein, einkassiert)
    • eintreiben verbe (treibe ein, treibst ein, treibt ein, trieb ein, triebt ein, eingetrieben)
    • einfordern verbe (fordere ein, forderst ein, fordert ein, forderte ein, fordertet ein, eingefordert)
    • einziehen verbe (ziehe ein, ziehst ein, zieht ein, zog ein, zogt ein, eingezogen)

Translation Matrix for iets verduren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einfordern iets verduren; incasseren; opvangen aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; opvragen; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; verzoeken; vorderen; vragen
einkassieren iets verduren; incasseren; opvangen aannemen; aanvaarden; accepteren; cadeau aannemen
eintreiben iets verduren; incasseren; opvangen binnendrijven
einziehen iets verduren; incasseren; opvangen afzuigen; binnenmarcheren; binnentrekken; binnenvallen; een snuif nemen; eisen; inmanen; insnuiven; inspringen; invorderen; inwinnen; onverwachts langskomen; opsnuiven; opzuigen; snuiven; trachten te krijgen; verbeurdverklaren; vorderen; wegzuigen
kassieren iets verduren; incasseren; opvangen casseren

Related Translations for iets verduren