Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. lichaamspostuur:


Dutch

Detailed Translations for lichaamspostuur from Dutch to German

lichaamspostuur:

lichaamspostuur [znw.] nom

  1. lichaamspostuur (figuur; gestalte; postuur)
    der Wuchs; die Gestalt; die Erscheinung; die Figur; die Statur; die Positur

Translation Matrix for lichaamspostuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
Erscheinung figuur; gestalte; lichaamspostuur; postuur aangezicht; aanzien; allure; buitenkant; fenomeen; figuur; gedaante; gelaat; gestalte; iemand zijn uiterlijk; lichaamslijn; postuur; silhouet; type; uiterlijk; verschijnen; verschijning; verschijningsvorm; verschijnsel; vertoon; voorkomen; vorm
Figur figuur; gestalte; lichaamspostuur; postuur beeldje; debiel; figuur; flapdrol; gedaante; gek; gestalte; idioot; iemand; imbeciel; individu; lichaamslijn; mafkees; mafketel; mafkikker; mens; mensenkind; personage; persoon; postuur; silhouet; type; verschijning; vorm; waanzinnige; wezen; zot
Gestalt figuur; gestalte; lichaamspostuur; postuur aangezicht; aanzien; buitenkant; butler; conditie; figuur; gedaante; gelaat; gestalte; herenknecht; iemand; iemand zijn uiterlijk; individu; kamerbediende; kamerdienaar; mens; mensenkind; persoon; postuur; sterveling; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; wezen
Positur figuur; gestalte; lichaamspostuur; postuur
Statur figuur; gestalte; lichaamspostuur; postuur aangezicht; aanzien; allure; buitenkant; figuur; gedaante; gestalte; iemand zijn uiterlijk; lichaamslijn; postuur; silhouet; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
Wuchs figuur; gestalte; lichaamspostuur; postuur bloei; figuur; gedaante; gestalte; groei; hausse; hoogconjunctuur; ontplooiing; ontwikkeling; postuur; vorm; wasdom