Summary


Dutch

Detailed Translations for lijnt from Dutch to German

lijnen:

lijnen verbe (lijn, lijnt, lijnde, lijnden, gelijnd)

  1. lijnen
    linieren; liniieren; abnehmen
    • linieren verbe (liniere, linierst, liniert, linierte, liniertet, liniert)
    • liniieren verbe (liniiere, liniierst, liniiert, liniierte, liniiertet, liniiert)
    • abnehmen verbe (nehme ab, nimmst ab, nimmt ab, nahm ab, nahmt ab, abgenommen)

Conjugations for lijnen:

o.t.t.
  1. lijn
  2. lijnt
  3. lijnt
  4. lijnen
  5. lijnen
  6. lijnen
o.v.t.
  1. lijnde
  2. lijnde
  3. lijnde
  4. lijnden
  5. lijnden
  6. lijnden
v.t.t.
  1. heb gelijnd
  2. hebt gelijnd
  3. heeft gelijnd
  4. hebben gelijnd
  5. hebben gelijnd
  6. hebben gelijnd
v.v.t.
  1. had gelijnd
  2. had gelijnd
  3. had gelijnd
  4. hadden gelijnd
  5. hadden gelijnd
  6. hadden gelijnd
o.t.t.t.
  1. zal lijnen
  2. zult lijnen
  3. zal lijnen
  4. zullen lijnen
  5. zullen lijnen
  6. zullen lijnen
o.v.t.t.
  1. zou lijnen
  2. zou lijnen
  3. zou lijnen
  4. zouden lijnen
  5. zouden lijnen
  6. zouden lijnen
en verder
  1. is gelijnd
diversen
  1. lijn!
  2. lijnt!
  3. gelijnd
  4. lijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lijnen [het ~] nom

  1. het lijnen (dieet; regime)
    die Diät
  2. het lijnen (dieet houden)
    Abnehmen; die Diät
  3. het lijnen (diëten; aan de lijn doen)
    Abnehmen; die Diät halten

Translation Matrix for lijnen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abnehmen aan de lijn doen; dieet houden; diëten; lijnen achteruitgaan; afnemen; afpakken; afstoffen; afwissen; gezichtsrimpel; korten; krimpen; minderen; ontnemen; rimpel; verminderen in kracht; verwijderen; wegnemen
Diät dieet; dieet houden; lijnen; regime dieet; vermageringskuur
Diät halten aan de lijn doen; diëten; lijnen
VerbRelated TranslationsOther Translations
abnehmen lijnen achteruitgaan; afdekken; afhalen; afnemen; afruimen; afslanken; aftappen; bederven; beroven; beroven van; bestelen; biertappen; degenereren; depriveren; in de war sturen; inkrimpen; inzakken; kleiner worden; meenemen; nekken; ontnemen; ophalen; opruimen; ruïneren; slinken; sterk afnemen; tappen; te kort doen; teruglopen; vallen; verderven; verworden; verzieken; weghalen; wegnemen
linieren lijnen belijnen; liniëren; strepen; strepen trekken; van lijnen voorzien
liniieren lijnen

Related Words for "lijnen":