Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. onterven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onterven from Dutch to German

onterven:

onterven verbe (onterf, onterft, onterfde, onterfden, onterfd)

  1. onterven
    enterben
    • enterben verbe (enterbe, enterbst, enterbt, enterbte, enterbtet, enterbt)

Conjugations for onterven:

o.t.t.
  1. onterf
  2. onterft
  3. onterft
  4. ontreven
  5. onterven
  6. onterven
o.v.t.
  1. onterfde
  2. onterfde
  3. onterfde
  4. onterfden
  5. onterfden
  6. onterfden
v.t.t.
  1. heb onterfd
  2. hebt onterfd
  3. heeft onterfd
  4. hebben onterfd
  5. hebben onterfd
  6. hebben onterfd
v.v.t.
  1. had onterfd
  2. had onterfd
  3. had onterfd
  4. hadden onterfd
  5. hadden onterfd
  6. hadden onterfd
o.t.t.t.
  1. zal onterven
  2. zult onterven
  3. zal onterven
  4. zullen onterven
  5. zullen onterven
  6. zullen onterven
o.v.t.t.
  1. zou onterven
  2. zou onterven
  3. zou onterven
  4. zouden onterven
  5. zouden onterven
  6. zouden onterven
en verder
  1. ben onterfd
  2. bent onterfd
  3. is onterfd
  4. zijn onterfd
  5. zijn onterfd
  6. zijn onterfd
diversen
  1. onterf!
  2. onterft!
  3. onterfd
  4. ontervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onterven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
enterben onterven

Wiktionary Translations for onterven:


Cross Translation:
FromToVia
onterven ausstoßen abdicate — disinherit