Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. opendoen voor:


Dutch

Detailed Translations for opendoen voor from Dutch to German

opendoen voor:

opendoen voor verbe

  1. opendoen voor (deur openen)
    einlassen; hineinlassen
    • einlassen verbe (lasse ein, läßt ein, ließ ein, ließt ein, eingelassen)
    • hineinlassen verbe (lasse hinein, läßt hinein, ließ hinein, ließt hinein, hineingelassen)

Translation Matrix for opendoen voor:

VerbRelated TranslationsOther Translations
einlassen deur openen; opendoen voor betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlaten; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; in laten stromen; ingaan; laten; laten stromen in; mobiliseren; naarbinnen laten; permitteren; toelaten
hineinlassen deur openen; opendoen voor binnen laten; binnenlaten; laten; naarbinnen laten; permitteren; toelaten

Related Translations for opendoen voor