Dutch

Detailed Translations for uitspraak from Dutch to German

uitspraak:

uitspraak [de ~] nom

  1. de uitspraak (het uitspreken)
    die Äußerung; die Aussprache; die Urteil; die Aüsserung; die Mitteilung; die Zeugenaussage
  2. de uitspraak (oordeelvelling; vonnis)
    der Ausspruch; die Entscheidung; Urteil; der Urteilsspruch
  3. de uitspraak (articulatie)
    die Aussprache; die Artikulation; die Formulierung
  4. de uitspraak (mededeling; boodschap; bericht; )
    die Mitteilung; die Meldung; die Erwähnung; Bericht; die Botschaft; die Verzeichnung; die Ansprache; die Verlautbarung; die Bekanntgabe; die Bekanntmachung
  5. de uitspraak (vonnisvelling)
    die Aussprache; die Urteilsverkündung; der Entschluß; die Entscheidung; der Beschluß

Translation Matrix for uitspraak:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ansprache bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht
Artikulation articulatie; uitspraak
Aussprache articulatie; het uitspreken; uitspraak; vonnisvelling aangifte; bevestiging; bewering; debat; declaratie; discussie; gesprek; mededeling; mondeling onderhoud; opheldering; statement; toelichting; uiteenzetting; uitleg; uitlegging; verduidelijking; verklaring
Ausspruch oordeelvelling; uitspraak; vonnis aangifte; aanhaling; bevestiging; bewering; citaat; declaratie; mededeling; opheldering; quote; statement; toelichting; uitlegging; verklaring
Aüsserung het uitspreken; uitspraak
Bekanntgabe bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondiging; afkondiging; bekendmaking; bevestiging; bewering; convocatie; declaratie; informatie; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; ruchtbaarheid; statement; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitlegging; verduidelijking; verklaring; verkondiging; verwittiging
Bekanntmachung bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aankondiging; aanschrijving; aanzegging; afkondiging; bekendmaking; convocatie; decreet; informatie; kennisgeving; kennismaking; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; opheldering; proclamatie; publicatie; publikatie; ruchtbaarheid; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uitleg; uitvaardiging; verduidelijking; verklaring; verkondiging; verwittiging
Bericht bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondiging; bericht; bevestiging; bewering; declaratie; mededeling; melding; opheldering; opstel; recital; scriptie; statement; tijding; toelichting; uitlegging; verklaring; verslag
Beschluß uitspraak; vonnisvelling afkondiging; beschikbaarheid; beschikking; beslissing; besluit; besluiten; carbon; decreet; doorslag; einde; finale; raadsbesluit; uitvaardiging
Botschaft bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging ambassade
Entscheidung oordeelvelling; uitspraak; vonnis; vonnisvelling aanhaling; beslissing; citaat; mening; opinie; overtuiging; quote
Entschluß uitspraak; vonnisvelling beschikbaarheid; beschikking; carbon; doorslag; opzet; plan; voornemen
Erwähnung bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
Formulierung articulatie; uitspraak formulering; frase; gezegde; uitdrukking; verwoording; zegswijze; zin
Meldung bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangeven; aangifte; aankondiging; bericht; bevestiging; bewering; blad; declaratie; journaal; maandblad; magazine; mededeling; melding; nieuws; openbare publicatie; opheldering; periodiek; publicatie; publikatie; ruchtbaarheid; statement; tijding; tijdschrift; tijdspiegel; toelichting; uitgave; uitgifte; uitlegging; verklaring; weekblad
Mitteilung bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; het uitspreken; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aangifte; aankondiging; bericht; bevestiging; bewering; declaratie; informatie; inlichting; mededeling; melding; openbare publicatie; opheldering; publicatie; publikatie; ruchtbaarheid; statement; toelichting; uiteenzetting; uitgave; uitgifte; uiting; uitleg; uitlegging; verduidelijking; verklaring
Urteil het uitspreken; oordeelvelling; uitspraak; vonnis aanhaling; citaat; mening; opinie; overtuiging; quote; veroordeling; vonnis; vonnisspreking
Urteilsspruch oordeelvelling; uitspraak; vonnis aanhaling; citaat; quote; veroordeling; vonnis
Urteilsverkündung uitspraak; vonnisvelling
Verlautbarung bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging aankondiging; afkondiging; bekendmaking; kennisgeving; mededeling; melding; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publikatie; ruchtbaarheid; uitgave; uitgifte; verkondiging
Verzeichnung bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
Zeugenaussage het uitspreken; uitspraak getuigenis; getuigenverklaring; testimonium; verklaring
Äußerung het uitspreken; uitspraak expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; meningsuiting; uitdrukking; uiting; uitlating
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
Bericht rapport

Related Definitions for "uitspraak":

  1. manier waarop je het zegt1
    • bij de uitspraak van de o maak je je mond rond1
  2. mening of oordeel1
    • daar durf ik geen uitspraak over te doen1

Wiktionary Translations for uitspraak:

uitspraak
noun
  1. manier waarop iets ten gehore gebracht wordt
uitspraak
noun
  1. das akustische Formulieren von Lauten, Worten und Satz

Cross Translation:
FromToVia
uitspraak Akzent accent — modulation of the voice
uitspraak Redewendung phrase — short written or spoken expression
uitspraak Aussprache pronunciation — way in which words are pronounced
uitspraak Urteil sentence — decision of a jury
uitspraak Gerichtsurteil verdict — decision on an issue of fact in a civil or criminal case or an inquest
uitspraak Beschluß; Entschluß; Entscheidung; Entschließung décisionaction de décider ou résultat de cette action.
uitspraak Aussprache prononciationarticulation, action de proférer, d’exprimer des lettres, des syllabes, des mots.
uitspraak Verdikt; Wahrspruch; Denkspruch; Sentenz; Spruch sentenceapophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique.