Dutch

Detailed Translations for zoek maken from Dutch to German

zoek maken:

zoek maken verbe (maak zoek, maakt zoek, maakte zoek, maakten zoek, zoek gemaakt)

  1. zoek maken (zoekmaken; wegmaken)
    verlieren; verlegen; loswerden; verschleppen; wegschaffen; verlorengehen; abhandenkommen
    • verlieren verbe (verliere, verlierst, verliert, verlor, verlort, verloren)
    • verlegen verbe (verlege, verlegst, verlegt, verlegte, verlegtet, verlegt)
    • loswerden verbe (werde los, wirst los, wird los, wurde loswerden, wurdet loswerden, losgeworden)
    • verschleppen verbe (verschleppe, verschleppst, verschleppt, verschleppte, verschlepptet, verschleppt)
    • wegschaffen verbe (schaffe weg, schaffst weg, schafft weg, schaffte weg, schafftet weg, weggeschafft)
    • verlorengehen verbe (gehe verloren, gehst verloren, geht verloren, gang verloren, ganget verloren, verloren gegangen)

Conjugations for zoek maken:

o.t.t.
  1. maak zoek
  2. maakt zoek
  3. maakt zoek
  4. maken zoek
  5. maken zoek
  6. maken zoek
o.v.t.
  1. maakte zoek
  2. maakte zoek
  3. maakte zoek
  4. maakten zoek
  5. maakten zoek
  6. maakten zoek
v.t.t.
  1. heb zoek gemaakt
  2. hebt zoek gemaakt
  3. heeft zoek gemaakt
  4. hebben zoek gemaakt
  5. hebben zoek gemaakt
  6. hebben zoek gemaakt
v.v.t.
  1. had zoek gemaakt
  2. had zoek gemaakt
  3. had zoek gemaakt
  4. hadden zoek gemaakt
  5. hadden zoek gemaakt
  6. hadden zoek gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal zoek maken
  2. zult zoek maken
  3. zal zoek maken
  4. zullen zoek maken
  5. zullen zoek maken
  6. zullen zoek maken
o.v.t.t.
  1. zou zoek maken
  2. zou zoek maken
  3. zou zoek maken
  4. zouden zoek maken
  5. zouden zoek maken
  6. zouden zoek maken
diversen
  1. maak zoek!
  2. maakt zoek!
  3. zoek gemaakt
  4. zoek makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zoek maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
abhandenkommen wegmaken; zoek maken; zoekmaken kwijt raken; verliezen
loswerden wegmaken; zoek maken; zoekmaken
verlegen wegmaken; zoek maken; zoekmaken disloqueren; neerleggen; onderuit halen; opschorten; opschuiven; plaats maken; rekken; roeren; uitstellen; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vertragen; vervoeren; verzetten; voor zich uitschuiven
verlieren wegmaken; zoek maken; zoekmaken erbij inschieten; kwijt raken; kwijtraken; verliezen; verloren gaan; wegraken; zoek raken
verlorengehen wegmaken; zoek maken; zoekmaken teloorgaan
verschleppen wegmaken; zoek maken; zoekmaken disloqueren; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; verslepen; vervoeren; verzetten
wegschaffen wegmaken; zoek maken; zoekmaken aanrekenen; aanwrijven; afnemen; afvoeren; afzonderen; berispen; beschuldigen; blameren; demonteren; ecarteren; evacueren; gispen; laken; leegruimen; lichten; meedragen; nadragen; ontmantelen; ontruimen; onttakelen; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; verwijten; voor de voeten gooien; voorhouden; wegbrengen; wegdoen; wegdragen; weghalen; wegnemen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; wegwerken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
verlegen bedeesd; beschroomd; bleu; geremd; ingehouden; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen

Related Translations for zoek maken