Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. slagerij:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for slagerij from Dutch to English

slagerij:

slagerij [de ~ (v)] nom

  1. de slagerij (vleeshouwerij; slagerswinkel; slagerszaak)
    the butchery; the butcher's; the butcher's shop

Translation Matrix for slagerij:

NounRelated TranslationsOther Translations
butcher's slagerij; slagerswinkel; slagerszaak; vleeshouwerij
butcher's shop slagerij; slagerswinkel; slagerszaak; vleeshouwerij
butchery slagerij; slagerswinkel; slagerszaak; vleeshouwerij slachten van vee; slachting

Related Words for "slagerij":

  • slagerijen

Wiktionary Translations for slagerij:

slagerij
noun
  1. Het bedrijf van een slager
    • slagerij → butcher's shop

Cross Translation:
FromToVia
slagerij abattoir; slaughterhouse; butcher shop; butchery boucherie — (vieilli) endroit pour abattre les bêtes dont la chair doit être vendre.