Dutch

Detailed Translations for verslaan from Dutch to English

verslaan:

verslaan verbe (versla, verslaat, versloeg, versloegen, verslagen)

  1. verslaan (overwinnen; winnen; te boven komen)
    to conquer; to win; to overcome; to master; to win over
    • conquer verbe (conquers, conquered, conquering)
    • win verbe (wins, won, winning)
    • overcome verbe (overcomes, overcame, overcoming)
    • master verbe (masters, mastered, mastering)
    • win over verbe (wins over, won over, winning over)

Conjugations for verslaan:

o.t.t.
  1. versla
  2. verslaat
  3. verslaat
  4. verslaan
  5. verslaan
  6. verslaan
o.v.t.
  1. versloeg
  2. versloeg
  3. versloeg
  4. versloegen
  5. versloegen
  6. versloegen
v.t.t.
  1. heb verslagen
  2. hebt verslagen
  3. heeft verslagen
  4. hebben verslagen
  5. hebben verslagen
  6. hebben verslagen
v.v.t.
  1. had verslagen
  2. had verslagen
  3. had verslagen
  4. hadden verslagen
  5. hadden verslagen
  6. hadden verslagen
o.t.t.t.
  1. zal verslaan
  2. zult verslaan
  3. zal verslaan
  4. zullen verslaan
  5. zullen verslaan
  6. zullen verslaan
o.v.t.t.
  1. zou verslaan
  2. zou verslaan
  3. zou verslaan
  4. zouden verslaan
  5. zouden verslaan
  6. zouden verslaan
diversen
  1. versla!
  2. verslaat!
  3. verslagen
  4. verslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verslaan:

NounRelated TranslationsOther Translations
master baas; commandant; deken van een gilde; docent; gezagvoerder; gildenmeester; heer; heerser; instructeur; kampioen; kapitein; landsheer; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; machthebber; maestro; magister; meerdere; meester; model; onderwijzer; patroon; pedant; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper; schoolmeester; soeverein; superieur
VerbRelated TranslationsOther Translations
conquer overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen veroveren
master overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen aanwennen; eigenmaken; gewend raken; leren
overcome overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen onderkrijgen; overbluffen; overdonderen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van
win overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen behalen; lukken; verkrijgen; winnen
win over overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
overcome bevangen

Wiktionary Translations for verslaan:

verslaan
verb
  1. een definitieve overwinning boeken op een tegenstander
verslaan
verb
  1. to give an account
  2. to overcome in battle or contest
  3. to defeat
  4. to beat
  5. to win against

Cross Translation:
FromToVia
verslaan assuage; appease; pacify; calm; quiet; allay; quieten; soothe; still apaiserramener au calme, à un état paisible.
verslaan report; give an account; refer; be related to rapporterapporter une chose, la remettre au lieu où elle était.
verslaan defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish; go beyond; cross; exceed; surpass; excel; outclass; outscore; outshine surmontermonter au-dessus.
verslaan defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish vaincreremporter la victoire sur ses ennemis, dans la guerre.