Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. aanmerking maken:


Dutch

Detailed Translations for aanmerking maken from Dutch to English

aanmerking maken:

aanmerking maken verbe (maak aanmerking, maakt aanmerking, maakte aanmerking, maakten aanmerking, aanmerking gemaakt)

  1. aanmerking maken
    to give comment
    • give comment verbe (gives comment, gave comment, giving comment)

Conjugations for aanmerking maken:

o.t.t.
  1. maak aanmerking
  2. maakt aanmerking
  3. maakt aanmerking
  4. maken aanmerking
  5. maken aanmerking
  6. maken aanmerking
o.v.t.
  1. maakte aanmerking
  2. maakte aanmerking
  3. maakte aanmerking
  4. maakten aanmerking
  5. maakten aanmerking
  6. maakten aanmerking
v.t.t.
  1. heb aanmerking gemaakt
  2. hebt aanmerking gemaakt
  3. heeft aanmerking gemaakt
  4. hebben aanmerking gemaakt
  5. hebben aanmerking gemaakt
  6. hebben aanmerking gemaakt
v.v.t.
  1. had aanmerking gemaakt
  2. had aanmerking gemaakt
  3. had aanmerking gemaakt
  4. hadden aanmerking gemaakt
  5. hadden aanmerking gemaakt
  6. hadden aanmerking gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal aanmerking maken
  2. zult aanmerking maken
  3. zal aanmerking maken
  4. zullen aanmerking maken
  5. zullen aanmerking maken
  6. zullen aanmerking maken
o.v.t.t.
  1. zou aanmerking maken
  2. zou aanmerking maken
  3. zou aanmerking maken
  4. zouden aanmerking maken
  5. zouden aanmerking maken
  6. zouden aanmerking maken
diversen
  1. maak aanmerking!
  2. maakt aanmerking!
  3. aanmerking gemaakt
  4. aanmerking merkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanmerking maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
give comment aanmerking maken

Related Translations for aanmerking maken