Dutch

Detailed Translations for gebrekkigheid from Dutch to English

gebrekkigheid:

gebrekkigheid [de ~ (v)] nom

  1. de gebrekkigheid
    the inadequacy; the poorness; the faultiness; the deficiency; the imperfection

Translation Matrix for gebrekkigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
deficiency gebrekkigheid deficit; gebrek; gemis; kastekort; ontoereikendheid; tekort
faultiness gebrekkigheid
imperfection gebrekkigheid euvel; mankement; onvolkomenheid; tekortkoming
inadequacy gebrekkigheid
poorness gebrekkigheid armelijkheid; armoedigheid; behoeftigheid; haveloosheid; ielheid; magerheid; minvermogendheid; sjofelheid

Related Words for "gebrekkigheid":


Wiktionary Translations for gebrekkigheid:


gebrekkig:


Translation Matrix for gebrekkig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
awkward gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig benard; benauwd; bokkig; ernstig; gênant; hachelijk; hinderlijk; koppig; kritiek; lastig; lastige; moeilijk; naar; niet makkelijk; onaangenaam; ongelegen; ongemakkelijk; onhandig; onplezierig; onprettig; onverkwikkelijk; opgelaten; penibel; pijnlijk; slungelig; storend; stuntelig; zeer doend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
clumsy gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig klungelig; krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stoethaspelig; stumperig; stuntelig; sukkelend; sukkelig
defective gebrekkig; ondeugdelijk aan stukken; defect; gebroken; geruineerd; in stukken; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk
fumbling gebrekkig; knullig; onbeholpen; onhandig; schutterig; stumperig; stuntelig stoethaspelig
lacking gebrekkig; ondeugdelijk misbaar; ontbeerlijk
poor gebrekkig; ondeugdelijk arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; bar; behoeftig; berooid; deerniswekkend; dor; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; haveloos; inferieur; karig; klungelig; kommerlijk; krukkig; mager; matig; middelmatig; min; minderwaardig; minvermogend; misdeeld; niet al te best; noodlijdend; onbeduidend; onbeholpen; onbemiddeld; ondermaats; ondeugdelijk; ongegoed; onhandig; onvermogend; pover; rampzalig; schamel; schraal; schutterig; sjofel; sjofeltjes; slap; slapjes; slecht; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig; tweederangs; verlopen; zwak; zwakjes
unsound gebrekkig; ondeugdelijk incapabel; incompetent; onbekwaam; ongeschikt
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
clumsy klungelig; links

Related Words for "gebrekkig":

  • gebrekkigheid, gebrekkiger, gebrekkigere, gebrekkigst, gebrekkigste, gebrekkige

Wiktionary Translations for gebrekkig:

gebrekkig
adjective
  1. één of meerdere gebreken hebbend
gebrekkig
adjective
  1. having a handicap
  2. having or displaying faults; not perfect; not adequate or acceptable
  3. insufficient or inadequate in amount

Cross Translation:
FromToVia
gebrekkig defective; flawed; imperfect imparfait — Qui n’est pas parfait.