Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gewendraken:


Dutch

Detailed Translations for gewendraken from Dutch to English

gewendraken:

gewendraken verbe

  1. gewendraken (wennen; aanpassen; aarden)
    to get used to; to grow accustomed to; to settle down
    • get used to verbe (gets used to, got used to, getting used)
    • grow accustomed to verbe (grows accustomed to, grew accustomed to, growing accustomed to)
    • settle down verbe (settles down, settled down, settling down)

Translation Matrix for gewendraken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
get used to aanpassen; aarden; gewendraken; wennen aanwennen; eigenmaken; gewend raken; gewennen; leren
grow accustomed to aanpassen; aarden; gewendraken; wennen
settle down aanpassen; aarden; gewendraken; wennen gaan zitten; gewend raken; inburgeren; plaatsnemen; zich neerzetten