Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. gifangel:


Dutch

Detailed Translations for gifangel from Dutch to English

gifangel:

gifangel [de ~ (m)] nom

  1. de gifangel (angel)
    the sting; the barb; the fish-hook

Translation Matrix for gifangel:

NounRelated TranslationsOther Translations
barb angel; gifangel angel; vishaak; weerhaak
fish-hook angel; gifangel angel; vishaak; weerhaak
sting angel; gifangel angel; doorn; messteek; steek; stekel; vishaak; weerhaak
VerbRelated TranslationsOther Translations
sting aankaarten; aansnijden; aanvoeren; afsnijden; entameren; op tafel leggen; opperen; opwerpen; prikken; snijden; steken; steken geven; te berde brengen; ter sprake brengen

Related Words for "gifangel":

  • gifangels