Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. in de week zetten:


Dutch

Detailed Translations for in de week zetten from Dutch to English

in de week zetten:

in de week zetten verbe

  1. in de week zetten (week maken; ontharden; weken; verweken; zachtmaken)
    to soak; to leave to soak
    • soak verbe (soaks, soaked, soaking)
    • leave to soak verbe (leaves to soak, left to soak, leaving to soak)

Translation Matrix for in de week zetten:

NounRelated TranslationsOther Translations
soak dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap
VerbRelated TranslationsOther Translations
leave to soak in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
soak in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken afweken; doortrekken met vloeistof; doorweken; drenken; inweken

Related Translations for in de week zetten