Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kadastreren:


Dutch

Detailed Translations for kadastreren from Dutch to English

kadastreren:

kadastreren verbe (kadastreer, kadastreert, kadastreerde, kadastreerden, gekadastreerd)

  1. kadastreren (inschrijven)
    to survey; enter in the land registry; to register

Conjugations for kadastreren:

o.t.t.
  1. kadastreer
  2. kadastreert
  3. kadastreert
  4. kadastreren
  5. kadastreren
  6. kadastreren
o.v.t.
  1. kadastreerde
  2. kadastreerde
  3. kadastreerde
  4. kadastreerden
  5. kadastreerden
  6. kadastreerden
v.t.t.
  1. heb gekadastreerd
  2. hebt gekadastreerd
  3. heeft gekadastreerd
  4. hebben gekadastreerd
  5. hebben gekadastreerd
  6. hebben gekadastreerd
v.v.t.
  1. had gekadastreerd
  2. had gekadastreerd
  3. had gekadastreerd
  4. hadden gekadastreerd
  5. hadden gekadastreerd
  6. hadden gekadastreerd
o.t.t.t.
  1. zal kadastreren
  2. zult kadastreren
  3. zal kadastreren
  4. zullen kadastreren
  5. zullen kadastreren
  6. zullen kadastreren
o.v.t.t.
  1. zou kadastreren
  2. zou kadastreren
  3. zou kadastreren
  4. zouden kadastreren
  5. zouden kadastreren
  6. zouden kadastreren
en verder
  1. is gakadastreerd
diversen
  1. kadastreer!
  2. kadastreert!
  3. gekadastreerd
  4. kadastrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kadastreren:

NounRelated TranslationsOther Translations
register bevolkingsbureau; hoofdboek; kiesregister; kiezerslijst; kiezersregister; klapper; ledenlijst; lijst; register
survey enquête; het overzien; kartering; ondervraging; overzicht; overzichtelijkheid; rapport; reportage; totaalbeeld; verhaal; verslag; weergave
VerbRelated TranslationsOther Translations
enter in the land registry inschrijven; kadastreren
register inschrijven; kadastreren aanmelden; aanmonsteren; aantekenen; boeken; inboeken; index maken; indexeren; inschrijven; intekenen; noteren; op schrift stellen; opgeven; opschrijven; optekenen; registeren; registreren; subscriberen; vastleggen; zich aanmelden; zich melden; zich opgeven
survey inschrijven; kadastreren controleren; examineren; in kaart brengen; inspecteren; karteren; keuren; overzien; schouwen