Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. landbouwhuisdier:


Dutch

Detailed Translations for landbouwhuisdier from Dutch to English

landbouwhuisdier:

landbouwhuisdier

  1. landbouwhuisdier
    the stock; the livestock; the farm animal
    – any animals kept for use or profit 1

Translation Matrix for landbouwhuisdier:

NounRelated TranslationsOther Translations
farm animal landbouwhuisdier
livestock landbouwhuisdier
stock landbouwhuisdier goederenvoorraad; groeifonds; laatje; voorraad; voorraden
VerbRelated TranslationsOther Translations
stock bewaren; boodschappen doen; deponeren; inkopen; inkopen doen; inslaan; opslaan; winkelen
OtherRelated TranslationsOther Translations
livestock veestapel