Dutch

Detailed Translations for ontwikkeld from Dutch to English

ontwikkeld:


Translation Matrix for ontwikkeld:

NounRelated TranslationsOther Translations
academic academicus
civilised beschaafde
civilized beschaafde
cultivated beschaafde
erudite erudiet; intellectueel
sage denker; filosoof; salie; wijsgeer
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
academic belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld academisch; akademisch; theoretisch; universitair
civil beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld beleefd; beschaafd; burgerlijk; civiel; fatsoenlijk; gemanierd; netjes; ordentelijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
civilised beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld
civilized beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld
courteous beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld attent; beleefd; beschaafd; fatsoenlijk; galant; gemanierd; hoffelijk; netjes; ridderlijk; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed
cultivated beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld gecultiveerd; met zorg aangekweekt
cultured beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld gecultiveerd; met zorg aangekweekt
developed ontgonnen; ontwikkeld
erudite belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld geleerd; intelligent; slim; wijs
exploited ontgonnen; ontwikkeld geëxploiteerd; ontgind; uitgebuit
learned belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
lettered belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
polite beschaafd; geciviliseerd; gecultiveerd; ontwikkeld attent; beleefd; beschaafd; galant; gemanierd; hoffelijk; ridderlijk; voorkomend; wellevend; welopgevoed
sage belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
well-educated belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed
well-read belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
wise belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld bedachtzaam; clever; correct; doordacht; gis; intelligent; kien; nadenkend; pienter; raadzaam; schrander; slim; snugger; uitgeslapen; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
reclamated ontgonnen; ontwikkeld
scholarly belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
university-educated belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
very learned belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld

Related Words for "ontwikkeld":

  • ontwikkelder, ontwikkeldere

ontwikkelen:

ontwikkelen verbe (ontwikkel, ontwikkelt, ontwikkelde, ontwikkelden, ontwikkeld)

  1. ontwikkelen (evolueren)
    to develop; to evolve
    • develop verbe (develops, developped, developping)
    • evolve verbe (evolves, evolved, evolving)
  2. ontwikkelen (tot ontwikkeling brengen)
    to develop; to unfold
    • develop verbe (develops, developped, developping)
    • unfold verbe (unfolds, unfolded, unfolding)
  3. ontwikkelen (oefenen; trainen)
    to exercise; to practice; to train; to tutor; to practise
    • exercise verbe (exercises, exercised, exercising)
    • practice verbe, américain (practices, practiced, practicing)
    • train verbe (trains, trained, training)
    • tutor verbe (tutors, tutored, tutoring)
    • practise verbe, britannique (practises, practised, practising)
  4. ontwikkelen (beschaven; cultiveren; civiliseren)
    to cultivate; to civilize; to civilise
    • cultivate verbe (cultivates, cultivated, cultivating)
    • civilize verbe, américain (civilizes, civilized, civilizing)
    • civilise verbe, britannique
  5. ontwikkelen (tot wasdom komen; ontplooien)
    to blossom; fill out; grow in size

Conjugations for ontwikkelen:

o.t.t.
  1. ontwikkel
  2. ontwikkelt
  3. ontwikkelt
  4. ontwikkelen
  5. ontwikkelen
  6. ontwikkelen
o.v.t.
  1. ontwikkelde
  2. ontwikkelde
  3. ontwikkelde
  4. ontwikkelden
  5. ontwikkelden
  6. ontwikkelden
v.t.t.
  1. heb ontwikkeld
  2. hebt ontwikkeld
  3. heeft ontwikkeld
  4. hebben ontwikkeld
  5. hebben ontwikkeld
  6. hebben ontwikkeld
v.v.t.
  1. had ontwikkeld
  2. had ontwikkeld
  3. had ontwikkeld
  4. hadden ontwikkeld
  5. hadden ontwikkeld
  6. hadden ontwikkeld
o.t.t.t.
  1. zal ontwikkelen
  2. zult ontwikkelen
  3. zal ontwikkelen
  4. zullen ontwikkelen
  5. zullen ontwikkelen
  6. zullen ontwikkelen
o.v.t.t.
  1. zou ontwikkelen
  2. zou ontwikkelen
  3. zou ontwikkelen
  4. zouden ontwikkelen
  5. zouden ontwikkelen
  6. zouden ontwikkelen
en verder
  1. ben ontwikkeld
  2. bent ontwikkeld
  3. is ontwikkeld
  4. zijn ontwikkeld
  5. zijn ontwikkeld
  6. zijn ontwikkeld
diversen
  1. ontwikkel!
  2. ontwikkelt!
  3. ontwikkeld
  4. ontwikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ontwikkelen [znw.] nom

  1. ontwikkelen (beschaven; cultiveren; vormen)
    the refining; the cultivating; the civilizing; the polishing

Translation Matrix for ontwikkelen:

NounRelated TranslationsOther Translations
blossom bloei; bloeiperiode; bloesem; opbloei; tot bloei komen
civilizing beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen
cultivating beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen aankweken; aanplanten; bevorderen; cultiveren; kweken; planten; stimuleren; telen; verbouwen
exercise oefening; vaardigheidsoefening
polishing beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen slijpen; wegslijpen
practice aanwenden; aanwending; dokteren; ervaring; gebruik; oefening; oplappen; praktijk; routine; toepassing; uitoefening; vaardigheidsoefening; werkervaring
practise aanwenden; aanwending; dokteren; ervaring; gebruik; oefening; oplappen; praktijk; routine; toepassing; uitoefening; vaardigheidsoefening; werkervaring
refining beschaven; cultiveren; ontwikkelen; vormen nuancering
train karavaan; sleep; spoortrein; trein; treinstel
tutor begeleider; curator; docent; instructeur; leerkracht; leermeester; leraar; meester; mentor; oefenmeester; onderwijzer; opleider; opleidster; opvoeder; pedant; schoolmeester; voogd
VerbRelated TranslationsOther Translations
blossom ontplooien; ontwikkelen; tot wasdom komen bloeien; ontgroeien; tot hoogconjunctuur komen; uitgroeien
civilise beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen
civilize beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen
cultivate beschaven; civiliseren; cultiveren; ontwikkelen aankweken; aanplanten; fokken; genereren; kweken; ontginnen; opfokken; opkweken; planten; procreëren; telen; verbouwen; voor landbouw klaar maken; voortbrengen
develop evolueren; ontwikkelen; tot ontwikkeling brengen bouwklaar maken; bouwrijp maken; doorgroeien; geschikt maken voor bebouwing; groeien; groot worden; koloniseren; ontginnen; ontplooien; opgroeien; settelen; uiteenvouwen; vestigen; volgroeien; volwassen worden; voor landbouw klaar maken
evolve evolueren; ontwikkelen
exercise oefenen; ontwikkelen; trainen exerceren; oefenen; praktiseren; repeteren; sport uitoefenen
fill out ontplooien; ontwikkelen; tot wasdom komen invullen
grow in size ontplooien; ontwikkelen; tot wasdom komen
practice oefenen; ontwikkelen; trainen aangrijpen; aanwenden; bekwamen; benutten; beoefenen; bezigen; coachen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; harden; herhalen; instuderen; leren; oefenen; praktiseren; repeteren; sport uitoefenen; toepassen; trainen; uitoefenen
practise oefenen; ontwikkelen; trainen aangrijpen; aanwenden; bekwamen; benutten; beoefenen; bezigen; coachen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; harden; herhalen; instuderen; leren; oefenen; praktiseren; repeteren; sport uitoefenen; toepassen; trainen; uitoefenen
train oefenen; ontwikkelen; trainen africhten; bekwamen; bijbrengen; blokken; coachen; dier africhten; doceren; dresseren; harden; inlichten; leren; oefenen; onderrichten; onderwijzen; opleiden; repeteren; scholen; studeren; trainen; voorlichten
tutor oefenen; ontwikkelen; trainen bekwamen; bijleren; coachen; harden; oefenen; opleiden; scholen; trainen
unfold ontwikkelen; tot ontwikkeling brengen afrollen; ontplooien; ontrollen; ontvouwen; openklappen; openspreiden; openvouwen; uiteenvouwen; uitklappen; uitrollen; uitslaan; uitsmeren; uitspreiden; uitvouwen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
cultivating verbouwend

Related Definitions for "ontwikkelen":

  1. het beter worden1
    • sport ontwikkelt het lichaam1
  2. het ontwerpen en uitvoeren1
    • wie van jullie heeft dit plan ontwikkeld?1
  3. ontstaan1
    • er ontwikkelde zich een discussie1
  4. opnames zichtbaar maken1
    • het filmpje moet ontwikkeld worden1

Wiktionary Translations for ontwikkelen:

ontwikkelen
verb
  1. iets ~ een aanwezige aanleg tot bloei brengen
  2. zich ~ tot geleidelijk iets worden
  3. een film ~ het latente beeld van een belicht fotografisch materiaal chemisch zichtbaar maken
  4. ontwerpen en uitvoeren op basis van onderzoek
ontwikkelen
verb
  1. to develop
  2. to bring out photographic images
  3. to create
  4. to progress

Cross Translation:
FromToVia
ontwikkelen develop entwickelnallgemein: sich etwas ausdenken, planen
ontwikkelen develop; unfold; unroll; unwrap dérouler — Traductions à trier suivant le sens
ontwikkelen develop; reveal; grow développerdégager une chose de ce qui l’envelopper.
ontwikkelen advance promouvoirélever à quelque grade, à quelque dignité d’un rang supérieur.
ontwikkelen unearth révélerdécouvrir, déclarer, faire savoir une chose qui était inconnue et secrète.

Related Translations for ontwikkeld