Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate penis

Translate penis from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

penis:
- willie; penis; dick; cock; rod; prick; sod
Wiktionary:
- penis → penis
- penis → penis, dick, cock, prick, pecker, willy, member

Dutch

Detailed Translations for penis from Dutch to English

penis:

penis [de ~ (m)] nom

de penis (roede; piemel; lul; pik; lid)
the willie; the penis; the dick; the cock; the rod; the prick; the sod
- willie [the ~] nom
- penis [the ~] nom
- dick [the ~] nom
- cock [the ~] nom
- rod [the ~] nom
- prick [the ~] nom
- sod [the ~] nom

Translation Matrix for penis:

Noun	Related Translations	Other Translations
cock	lid; lul; penis; piemel; pik; roede	haan; kraan; mannelijk hoen; trekker van vuurwapen
dick	lid; lul; penis; piemel; pik; roede
penis	lid; lul; penis; piemel; pik; roede
prick	lid; lul; penis; piemel; pik; roede	eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap
rod	lid; lul; penis; piemel; pik; roede	baton; staaf; staf; stang; stok; tuchtroede
sod	lid; lul; penis; piemel; pik; roede	graszode; plag; zode
willie	lid; lul; penis; piemel; pik; roede
Verb	Related Translations	Other Translations
prick		doorprikken; openprikken; opensteken; opprikken; prikken; prikken in; steken; steken geven

Related Words for "penis":

penissen

Wiktionary Translations for penis:

penis

noun

het mannelijke geslachtsdeel
- penis → penis

penis

noun

male organ for copulation and urination
- penis → penis; lid; mannelijk lid

Cross Translation:

From	To	Via
• penis	→ penis	↔ Penis — Anatomie: männliches Geschlechtsorgan verschiedener Tiere und des Menschen
• penis	→ penis; dick; cock; prick; pecker; willy; member	↔ pénis — anatomie\|fr organe mâle de copulation et de miction chez les mammifères, certains oiseaux ou d’autres animaux.