Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schuilen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schuilen from Dutch to English

schuilen:

schuilen verbe (schuil, schuilt, schuilde, schuilden, geschuild)

  1. schuilen (toevluchten; uitwijken; wegkruipen)
    to shelter; refuge; to hide
    • shelter verbe (shelters, sheltered, sheltering)
    • refuge verbe
    • hide verbe (hides, hid, hiding)

Conjugations for schuilen:

o.t.t.
  1. schuil
  2. schuilt
  3. schuilt
  4. schuilen
  5. schuilen
  6. schuilen
o.v.t.
  1. schuilde
  2. schuilde
  3. schuilde
  4. schuilden
  5. schuilden
  6. schuilden
v.t.t.
  1. heb geschuild
  2. hebt geschuild
  3. heeft geschuild
  4. hebben geschuild
  5. hebben geschuild
  6. hebben geschuild
v.v.t.
  1. had geschuild
  2. had geschuild
  3. had geschuild
  4. hadden geschuild
  5. hadden geschuild
  6. hadden geschuild
o.t.t.t.
  1. zal schuilen
  2. zult schuilen
  3. zal schuilen
  4. zullen schuilen
  5. zullen schuilen
  6. zullen schuilen
o.v.t.t.
  1. zou schuilen
  2. zou schuilen
  3. zou schuilen
  4. zouden schuilen
  5. zouden schuilen
  6. zouden schuilen
en verder
  1. ben geschuild
  2. bent geschuild
  3. is geschuild
  4. zijn geschuild
  5. zijn geschuild
  6. zijn geschuild
diversen
  1. schuil!
  2. schuilt!
  3. geschuild
  4. schuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schuilen:

NounRelated TranslationsOther Translations
hide huid; vel
refuge asiel; haven; hospitium; opvangcentrum; rustpunt; schuilhoek; schuilhol; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchthaven; toevluchtshaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; verkeersheuvel; vluchthaven; vluchtheuvel; vluchtoord; vrijplaats; wijkplaats
shelter abri; accommodatie; asiel; behuizing; bescherming; beschutting; hospitium; huisvesting; kwartier; luwte; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; protectie; schuilhoek; schuilhol; schuilkelder; schuilplaats; stek; tehuis; toevlucht; toevluchtshaven; toevluchtsoord; verblijfplaats; vrijplaats; wachthuisje; wijkplaats
VerbRelated TranslationsOther Translations
hide schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen achterhouden; bemantelen; bescherming zoeken; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verschuilen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
refuge schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen
shelter schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen; plaatsen

Related Definitions for "schuilen":

  1. beschutting zoeken1
    • we moesten schuilen toen het begon te regenen1
  2. verborgen zijn1
    • de zon schuilt achter de wolken1

Wiktionary Translations for schuilen:

schuilen
verb
  1. zich verbergen voor iets
schuilen
verb
  1. to hang out or wait around a location

Cross Translation:
FromToVia
schuilen hide verbergen — etwas verstecken