Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. uitweiden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitweiden from Dutch to English

uitweiden:

uitweiden verbe (weid uit, weidt uit, weidde uit, weidden uit, uitgeweid)

  1. uitweiden (breed uitmeten)
    to exaggerate; to expand
    • exaggerate verbe (exaggerates, exaggerated, exaggerating)
    • expand verbe (expands, expanded, expanding)
  2. uitweiden (afdwalen)
    to digress; to stray off
    • digress verbe (digresss, digressed, digressing)
    • stray off verbe (strays off, strayed off, straying off)

Conjugations for uitweiden:

o.t.t.
  1. weid uit
  2. weidt uit
  3. weidt uit
  4. weiden uit
  5. weiden uit
  6. weiden uit
o.v.t.
  1. weidde uit
  2. weidde uit
  3. weidde uit
  4. weidden uit
  5. weidden uit
  6. weidden uit
v.t.t.
  1. heb uitgeweid
  2. hebt uitgeweid
  3. heeft uitgeweid
  4. hebben uitgeweid
  5. hebben uitgeweid
  6. hebben uitgeweid
v.v.t.
  1. had uitgeweid
  2. had uitgeweid
  3. had uitgeweid
  4. hadden uitgeweid
  5. hadden uitgeweid
  6. hadden uitgeweid
o.t.t.t.
  1. zal uitweiden
  2. zult uitweiden
  3. zal uitweiden
  4. zullen uitweiden
  5. zullen uitweiden
  6. zullen uitweiden
o.v.t.t.
  1. zou uitweiden
  2. zou uitweiden
  3. zou uitweiden
  4. zouden uitweiden
  5. zouden uitweiden
  6. zouden uitweiden
en verder
  1. ben uitgeweid
  2. bent uitgeweid
  3. is uitgeweid
  4. zijn uitgeweid
  5. zijn uitgeweid
  6. zijn uitgeweid
diversen
  1. weid uit!
  2. weidt uit!
  3. uitgeweid
  4. uitweidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitweiden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
digress afdwalen; uitweiden
exaggerate breed uitmeten; uitweiden aandikken; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven
expand breed uitmeten; uitweiden aanbouwen; aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bijbouwen; de hoogte ingaan; dik worden; expanderen; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opzetten; opzwellen; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; zich vermeerderen
stray off afdwalen; uitweiden

Wiktionary Translations for uitweiden:

uitweiden