Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verzengen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verzengen from Dutch to English

verzengen:

verzengen verbe

  1. verzengen (branden; verschroeien; zengen; blakeren)
    to scald; to scorch; to burn; to singe
    • scald verbe (scalds, scalded, scalding)
    • scorch verbe (scorches, scorched, scorching)
    • burn verbe (burns, burnt, burning)
    • singe verbe (singes, singed, singing)

Translation Matrix for verzengen:

NounRelated TranslationsOther Translations
burn brandplek; brandwond; verbranding
scald brandplek; brandwond; verbranding
VerbRelated TranslationsOther Translations
burn blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen aanbakken; aanbranden; afbranden; branden; brandmerken; inbranden; leegbranden; markeren; platbranden; uitbranden; van stigma's voorzien
scald blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen uitkoken
scorch blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen schroeien
singe blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen schroeien

Wiktionary Translations for verzengen:

verzengen
verb
  1. to burn the surface of something so as to discolour it
  2. to become scorched or singed
  3. to subject to intense heat