Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vliegen om:
  2. omvliegen:


Dutch

Detailed Translations for vliegen om from Dutch to English

vliegen om:

vliegen om verbe

  1. vliegen om (snel lopen)
    to race by; walk quickly

Translation Matrix for vliegen om:

VerbRelated TranslationsOther Translations
race by snel lopen; vliegen om
walk quickly snel lopen; vliegen om

omvliegen:

omvliegen verbe (vlieg om, vliegt om, vloog om, vlogen om, omgevlogen)

  1. omvliegen
    to fly round; to fly by
    • fly round verbe (flies round, flew round, flying round)
    • fly by verbe (flies by, flew by, flying by)

Conjugations for omvliegen:

o.t.t.
  1. vlieg om
  2. vliegt om
  3. vliegt om
  4. vliegen om
  5. vliegen om
  6. vliegen om
o.v.t.
  1. vloog om
  2. vloog om
  3. vloog om
  4. vlogen om
  5. vlogen om
  6. vlogen om
v.t.t.
  1. ben omgevlogen
  2. bent omgevlogen
  3. is omgevlogen
  4. zijn omgevlogen
  5. zijn omgevlogen
  6. zijn omgevlogen
v.v.t.
  1. was omgevlogen
  2. was omgevlogen
  3. was omgevlogen
  4. waren omgevlogen
  5. waren omgevlogen
  6. waren omgevlogen
o.t.t.t.
  1. zal omvliegen
  2. zult omvliegen
  3. zal omvliegen
  4. zullen omvliegen
  5. zullen omvliegen
  6. zullen omvliegen
o.v.t.t.
  1. zou omvliegen
  2. zou omvliegen
  3. zou omvliegen
  4. zouden omvliegen
  5. zouden omvliegen
  6. zouden omvliegen
en verder
  1. heb omgevlogen
  2. hebt omgevlogen
  3. heeft omgevlogen
  4. hebben omgevlogen
  5. hebben omgevlogen
  6. hebben omgevlogen
diversen
  1. vlieg om!
  2. vliegt om!
  3. omgevlogen
  4. omvliegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omvliegen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fly by omvliegen voorbijvliegen
fly round omvliegen omheenvliegen; rondvliegen

Related Translations for vliegen om