Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. vorm geven:


Dutch

Detailed Translations for vorm geven from Dutch to English

vorm geven:

vorm geven verbe

  1. vorm geven (vormen; modelleren; boetseren)
    to model; to mould; to shape; to be
    • model verbe (models, modelled, modelling)
    • mould verbe (moulds, moulded, moulding)
    • shape verbe (shapes, shaped, shaping)
    • be verbe (is, was, being)
    to form
    – make something, usually for a specific function 1
    • form verbe (forms, formed, forming)

Translation Matrix for vorm geven:

NounRelated TranslationsOther Translations
form conditie; formulier; invulformulier; schoolbank; vorm; vormsel
model fotomodel; gietvorm; mal; mannequin; maquette; matrijs; model; modelvorm; monster; proefje; proeve; prototype; sjablone; sjabloon; specimen; staal; staaltje; vorm
mould compost; gietvorm; mal; matrijs; meeldauw; modelvorm; molm; pootaarde; teelaarde; vorm
shape conditie; figuur; gedaante; gestalte; gietvorm; in vorm zijn; lichaamslijn; lichaamspostuur; mal; matrijs; modelvorm; postuur; shape; silhouet; verschijning; vorm
VerbRelated TranslationsOther Translations
be boetseren; modelleren; vorm geven; vormen bevinden; uithangen; zich bevinden; zijn
form boetseren; modelleren; vorm geven; vormen formeren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen; vormgeven
model boetseren; modelleren; vorm geven; vormen fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen; vormgeven
mould boetseren; modelleren; vorm geven; vormen beschimmelen; kneden; maken; modelleren; schimmelen; vervaardigen; vormen; vormgeven
shape boetseren; modelleren; vorm geven; vormen fatsoeneren; kneden; maken; modelleren; vervaardigen; vormen; vormgeven
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
model modelmatig; voorbeeldig

Related Translations for vorm geven