Dutch

Detailed Translations for wijzen from Dutch to English

wijzen:

wijzen verbe (wijs, wijst, wees, wezen, gewezen)

  1. wijzen (attenderen)
    draw attention to; to point out; to indicate; to point; to signal; to show
    • point out verbe (points out, pointed out, pointing out)
    • indicate verbe (indicates, indicated, indicating)
    • point verbe (points, pointed, pointing)
    • signal verbe (signals, signalled, signalling)
    • show verbe (shows, showed, showing)
  2. wijzen (iets aanwijzen; aanduiden; indiceren; aangeven)
    to indicate; to point out; to define; to pinpoint; to point to; to show; to point
    • indicate verbe (indicates, indicated, indicating)
    • point out verbe (points out, pointed out, pointing out)
    • define verbe (defines, defined, defining)
    • pinpoint verbe (pinpoints, pinpointed, pinpointing)
    • point to verbe (points to, pointed out, pointing out)
    • show verbe (shows, showed, showing)
    • point verbe (points, pointed, pointing)

Conjugations for wijzen:

o.t.t.
  1. wijs
  2. wijst
  3. wijst
  4. wijzen
  5. wijzen
  6. wijzen
o.v.t.
  1. wees
  2. wees
  3. wees
  4. wezen
  5. wezen
  6. wezen
v.t.t.
  1. heb gewezen
  2. hebt gewezen
  3. heeft gewezen
  4. hebben gewezen
  5. hebben gewezen
  6. hebben gewezen
v.v.t.
  1. had gewezen
  2. had gewezen
  3. had gewezen
  4. hadden gewezen
  5. hadden gewezen
  6. hadden gewezen
o.t.t.t.
  1. zal wijzen
  2. zult wijzen
  3. zal wijzen
  4. zullen wijzen
  5. zullen wijzen
  6. zullen wijzen
o.v.t.t.
  1. zou wijzen
  2. zou wijzen
  3. zou wijzen
  4. zouden wijzen
  5. zouden wijzen
  6. zouden wijzen
diversen
  1. wijs!
  2. wijst!
  3. gewezen
  4. wijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wijzen:

NounRelated TranslationsOther Translations
point point; pointe; punt
show demonstratie; expositie; happening; laten zien; opvoering; parade; performance; show; staatsie; tentoonstelling; toneelavond; uiterlijk vertoon; uitstalling; vertoning; voorstelling
signal geluidssein; geluidssignaal; sein; signaal; teken; wenk
VerbRelated TranslationsOther Translations
define aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; beschrijven; definiëren; karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; mededelen; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren; typeren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; zeggen
draw attention to attenderen; wijzen
indicate aanduiden; aangeven; attenderen; iets aanwijzen; indiceren; wijzen bewust maken; duiden op; informeren; kennisgeven van; wijzen naar; wijzen op; zeggen
pinpoint aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen
point aanduiden; aangeven; attenderen; iets aanwijzen; indiceren; wijzen aanwijzen; spitsen; wijzen naar
point out aanduiden; aangeven; attenderen; iets aanwijzen; indiceren; wijzen bewust maken; informeren; kennisgeven van; zeggen
point to aanduiden; aangeven; iets aanwijzen; indiceren; wijzen duiden op; wijzen op
show aanduiden; aangeven; attenderen; iets aanwijzen; indiceren; wijzen etaleren; exposeren; getuigen van; laten blijken; laten zien; openbaren; presenteren; te voorschijn halen; tentoonstellen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tonen; uitstallen; vertonen; voor de dag halen; voordedaghalen; wijzen naar; zich uiten
signal attenderen; wijzen bekrachtigen; bemerken; bestempelen; certificeren; gewaarworden; merken; opmerken; seinen; signalen geven; signaleren; waarmerken; waarnemen

Related Words for "wijzen":


Related Definitions for "wijzen":

  1. aanwijzingen vormen dat het zo is1
    • alles wijst erop dat hij gelijk heeft1
  2. hem duidelijk maken waar het is of hoe het moet1
    • hij wijst hem de weg naar zee1
  3. je hand of arm in die richting houden1
    • hij wijst naar de boot in de verte1
  4. zijn aandacht erop vestigen1
    • ik wijs erop dat u de aanvraag volgende week in moet leveren1

Wiktionary Translations for wijzen:

wijzen
verb
  1. (inergatief) met de (wijs)vinger, hand of arm in een richting duiden
wijzen
verb
  1. to extend finger

Cross Translation:
FromToVia
wijzen point weisen — auf etwas zeigen
wijzen show weisen — jemandem etwas zeigen
wijzen designate; appoint; denote; mark; motion; show; indicate; point out; demonstrate; display; manifest; suggest; connote; choose; elect; pick out; opt désigner — Traduction à trier
wijzen indicate; show; point out; demonstrate; display; manifest; suggest; connote; denote indiquermontrer, désigner une personne ou une chose.
wijzen show; point; indicate; point out; demonstrate; display; manifest montrerfaire voir ; exposer aux regards.

wijzen form of wijs:

wijs [de ~] nom

  1. de wijs (methode; manier; handelwijze; )
    the method; the way; the methodology; the manner; the mode; the course
  2. de wijs (deun)
    the tune; the air; the song; the ditty
  3. de wijs (melodie)
    the melody; the tune; the song; the ballad

Translation Matrix for wijs:

NounRelated TranslationsOther Translations
academic academicus
air deun; wijs ether; luchtruim
ballad melodie; wijs ballade; gezang; lied; liedje
course handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze baan; beloop; cursus; cursusprogramma; diner; eten; gerecht; koers; kursus; leergang; leerprogramma; les; lesprogramma; lesuur; maal; maaltijd; onderricht; onderrichting; onderwijs; onderwijsprogramma; parcours; richting; route; schotel; studie
ditty deun; wijs gezang; lied; liedje
erudite erudiet; intellectueel
manner handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze
melody melodie; wijs deuntje; gezang; lied; liedje; wijsje
method handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze aanpak; arbeidsmethodiek; methode; procédé; werkmethode; werkwijze
methodology handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze methodiek
mode handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze modus; tonaliteit; toonaard; toonsoort
sage denker; filosoof; salie; wijsgeer
song deun; melodie; wijs ballade; deuntje; gezang; lied; liedje; wijsje
tune deun; melodie; wijs deuntje; wijsje
way handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; weg
VerbRelated TranslationsOther Translations
air afreageren; luchten
course voortvloeien uit
tune afstellen; afstemmen; bijstellen; instellen; invoeren; oprichten; opvoeren; regelen; stichten; vergroten
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
academic belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld academisch; akademisch; theoretisch; universitair
clever bedachtzaam; correct; doordacht; geleerd; intelligent; nadenkend; pienter; raadzaam; slim; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig adrem; bijdehand; briljant; clever; gehaaid; geniaal; gevat; gewiekst; gis; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; pienter; raak; rap; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snel; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; vindingrijk; vlot; vlug
educated geleerd; intelligent; slim; wijs geleerd; geschoold; onderwezen
erudite belezen; erudiet; geleerd; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; intelligent; ontwikkeld; slim; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
fantastic fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs dolletjes; enig; fantastisch; fantastische; fenomenaal; gaaf; geweldig; groots; mieters; puik; schitterend; tof
intelligent bedachtzaam; correct; doordacht; geleerd; intelligent; nadenkend; pienter; raadzaam; slim; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig clever; intelligent; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
learned belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
lettered belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
marvellous fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs betoverend; curieus; dolletjes; enig; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; luisterrijk; magnifiek; miraculeus; opzienbarend; prachtig; puik; schitterend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
marvelous fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs betoverend; curieus; dolletjes; enig; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; luisterrijk; magnifiek; miraculeus; opzienbarend; prachtig; puik; schitterend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
sage belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
sane bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
sensible bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig intelligent; pienter; rationeel; redelijk; schrander; verstandelijk
smart bedachtzaam; correct; doordacht; geleerd; intelligent; nadenkend; pienter; raadzaam; slim; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig adrem; alert; bij de pinken; bijdehand; chic; clever; elegant; esthetisch; gehaaid; gelikt; gevat; gewiekst; gis; goochem; intelligent; kien; kittig; knap; leuk om te zien; modieuze verfijning; oplettend; picobello; piekfijn; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; smaakvol; snedig; snugger; spitsvondig; stijlvol; tiptop; uitgekiend; uitgeslapen; verfijnd; wakker
terrific fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs briljant; excellent; fantastisch; fenomenaal; geweldig; groots; puik; subliem; superbe; uitgelezen; uitgezocht; uitmuntend; uitnemend; uitstekend; voortreffelijk
well-educated belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed
well-read belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
wise bedachtzaam; belezen; correct; doordacht; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; nadenkend; ontwikkeld; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zeer geleerd; zeer ontwikkeld; zinnig clever; gis; intelligent; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
AdverbRelated TranslationsOther Translations
course verloop
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bright bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig aanschouwelijk; adrem; bijdehand; blij; blijgeestig; blijmoedig; blinkend; bloeiend; clever; dartel; duidelijk; fideel; flagrant; fleurig; flitsend; geestig; gevat; glimmend; hip; intelligent; jolig; kien; kleurig; kleurrijk; knap; kwiek; leuk om te zien; levendig; lustig; modieus; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; overduidelijk; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snel; snugger; spiritueus; trendy; uitgelaten; uitgeslapen; vlot; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zonnig
right-thinking bedachtzaam; correct; doordacht; nadenkend; pienter; raadzaam; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
scholarly belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
university-educated belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld
very learned belezen; erudiet; geletterd; gestudeerd; hooggeleerd; ontwikkeld; wijs; zeer geleerd; zeer ontwikkeld

Related Words for "wijs":


Antonyms for "wijs":


Related Definitions for "wijs":

  1. bepaalde vorm van het werkwoord1
    • 'stop' is gebiedende wijs1
  2. melodie, liedje1
    • hij fluit een vrolijk wijsje1
  3. verstandig, wie veel weet1
    • mijn oma is een wijze vrouw1

Wiktionary Translations for wijs:

wijs
adjective
  1. van groot inzicht getuigend
noun
  1. een melodie
wijs
noun
  1. in grammar
  2. in music
  3. -
adjective
  1. amazing, cool, fantastic, wicked
  2. possessing sound judgement
  3. intellectually deep
  4. wise
  5. showing good judgement

Cross Translation:
FromToVia
wijs wise weise — reich an Wissen und Lebenserfahrung
wijs melody; tune; air; aria mélodie — (musique) suite de sons d’où résulte un chant agréable et régulier.
wijs reasonable; prudent; sensible; judicious; sound; wise; appropriate; becoming; seemly; suitable; proper raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.
wijs wise; sage; good; reasonable; sensible; prudent; judicious; farsighted; sagacious; sound sage — Qui est prudent, circonspect, judicieux; qui a un sentiment juste des choses. (Sens général).
wijs sane; sagacious; sage; wise sensé — Qui a du bon sens, qui a de la raison, du jugement.

Related Translations for wijzen