Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. toegewijd:
  2. toewijden:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toegewijd from Dutch to Spanish

toegewijd:

toegewijd adj

  1. toegewijd

Translation Matrix for toegewijd:

NounRelated TranslationsOther Translations
afanoso ijver; ijverigheid; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; vlijt; vlijtigheid; werklust; werkzaamheid
devoto godsdienstige; godvruchtige; vrome
ModifierRelated TranslationsOther Translations
afanoso toegewijd ambitieus; eerzuchtig; hoogvliegend; streverig
dedicado toegewijd devoot; geestelijk; gelovig; gewijd; godsdienstig; godsvruchtig; godvruchtig; heilig; kerkelijk; religieus; vroom
devoto toegewijd devoot; geestelijk; gelovig; godsdienstig; godsvruchtig; godvruchtig; godzalig; kerkelijk; religieus; vroom
fervoroso toegewijd bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gloedvol
leal toegewijd braaf; eerlijk; fideel; getrouw; getrouwe; loyaal; loyale; openhartig; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; trouw; trouwe; trouwhartig

Related Words for "toegewijd":

  • toegewijde

Wiktionary Translations for toegewijd:


Cross Translation:
FromToVia
toegewijd entregado; de gran dedicación dedicated — devoted, loyal, conscientious
toegewijd diligente diligent — performing with intense concentration, focus, responsible regard

toewijden:

toewijden verbe (wijd toe, wijdt toe, wijdde toe, wijdden toe, toegewijd)

  1. toewijden

Conjugations for toewijden:

o.t.t.
  1. wijd toe
  2. wijdt toe
  3. wijdt toe
  4. wijden toe
  5. wijden toe
  6. wijden toe
o.v.t.
  1. wijdde toe
  2. wijdde toe
  3. wijdde toe
  4. wijdden toe
  5. wijdden toe
  6. wijdden toe
v.t.t.
  1. ben toegewijd
  2. bent toegewijd
  3. is toegewijd
  4. zijn toegewijd
  5. zijn toegewijd
  6. zijn toegewijd
v.v.t.
  1. was toegewijd
  2. was toegewijd
  3. was toegewijd
  4. waren toegewijd
  5. waren toegewijd
  6. waren toegewijd
o.t.t.t.
  1. zal toewijden
  2. zult toewijden
  3. zal toewijden
  4. zullen toewijden
  5. zullen toewijden
  6. zullen toewijden
o.v.t.t.
  1. zou toewijden
  2. zou toewijden
  3. zou toewijden
  4. zouden toewijden
  5. zouden toewijden
  6. zouden toewijden
diversen
  1. wijd toe!
  2. wijdt toe!
  3. toegewijd
  4. toeeijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toewijden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
consagrarse toewijden
dedicar toewijden
dedicarse plenamente toewijden

Wiktionary Translations for toewijden:


Cross Translation:
FromToVia
toewijden dedicar dédier — (religion) consacrer au culte divin.