Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. verfrissen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verfrissen from Dutch to Spanish

verfrissen:

verfrissen verbe (verfris, verfrist, verfriste, verfristen, verfrist)

  1. verfrissen (opfrissen; verkwikken; verkoelen; verlevendigen)
  2. verfrissen (opfrissen; verlevendigen; verkwikken)
  3. verfrissen (verkwikken)

Conjugations for verfrissen:

o.t.t.
  1. verfris
  2. verfrist
  3. verfrist
  4. verfrissen
  5. verfrissen
  6. verfrissen
o.v.t.
  1. verfriste
  2. verfriste
  3. verfriste
  4. verfristen
  5. verfristen
  6. verfristen
v.t.t.
  1. heb verfrist
  2. hebt verfrist
  3. heeft verfrist
  4. hebben verfrist
  5. hebben verfrist
  6. hebben verfrist
v.v.t.
  1. had verfrist
  2. had verfrist
  3. had verfrist
  4. hadden verfrist
  5. hadden verfrist
  6. hadden verfrist
o.t.t.t.
  1. zal verfrissen
  2. zult verfrissen
  3. zal verfrissen
  4. zullen verfrissen
  5. zullen verfrissen
  6. zullen verfrissen
o.v.t.t.
  1. zou verfrissen
  2. zou verfrissen
  3. zou verfrissen
  4. zouden verfrissen
  5. zouden verfrissen
  6. zouden verfrissen
diversen
  1. verfris!
  2. verfrist!
  3. verfrist
  4. verfrissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verfrissen:

NounRelated TranslationsOther Translations
amenizar opluisteren; tooien; versieren
enfriar afkoelen; verkoelen
refrigerar afkoelen; bekoelen; verkoelen
VerbRelated TranslationsOther Translations
amenizar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen aangenaam maken; veraangenamen
arreglarse un poco opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
darse un refrescón opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
enfriar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
enfriarse opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; bekoelen; koel worden; koud worden
refrescar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; fleurig maken; hernieuwen; koel worden; lessen; opfleuren; opnieuw doen; overdoen; restaureren; stillen; verversen; zich opfrissen; zich opknappen; zich verfrissen
refrigerar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen afkoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkoelen
sanar opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen cureren; genezen; gezond maken; opknappen; renoveren; restaureren

Wiktionary Translations for verfrissen:


Cross Translation:
FromToVia
verfrissen refrescar refresh — To renew or revitalize

External Machine Translations:

Related Translations for verfrissen