Interglot - documenten: Dutch and Spanish Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

documenten:
- documentos; expediente; papeles; certificados; actas
Documenten:
- Documentos
document:
- escrito; documento; mensaje
Wiktionary:
- documenten → documentos, documentación
- document → documento
- document → documento, artículo, acta, certificado, acto, obra, parche, trozo, parte

Spanish to Dutch: more detail...

documentar:
- documenteren
Wiktionary:
- documentar → documenteren
- documentar → documenteren

Dutch

Detailed Translations for documenten from Dutch to Spanish

documenten:

documenten [de ~] nom, pluriel

de documenten (bescheiden)
el documentos; el expediente; el papeles
- documentos [el ~] nom
- expediente [el ~] nom
- papeles [el ~] nom
de documenten (certificaten; stukken; aktes)
el certificados; el documentos; la actas
- certificados [el ~] nom
- documentos [el ~] nom
- actas [la ~] nom

Translation Matrix for documenten:

Noun	Related Translations	Other Translations
actas	aktes; certificaten; documenten; stukken
certificados	aktes; certificaten; documenten; stukken	attesten; getuigschriften
documentos	aktes; bescheiden; certificaten; documenten; stukken	bewijsstukken
expediente	bescheiden; documenten	bewijsstukken; dossier; file; uitreiker; verlener
papeles	bescheiden; documenten	bewijsstukken

Related Words for "documenten":

document

Wiktionary Translations for documenten:

Cross Translation:

From	To	Via
• documenten	→ documentos; documentación	↔ Unterlage — meist im Plural: Dokumente, Papiere, Beweise

Documenten:

Documenten

Documenten
Documentos
- Documentos

Translation Matrix for Documenten:

Not Specified	Related Translations	Other Translations
Documentos	Documenten

document:

document [het ~] nom

het document (geschreven stuk; script; geschrift; schriftuur)
el escrito; el documento
- escrito [el ~] nom
- documento [el ~] nom
het document
el documento
- documento [el ~] nom
het document (bericht)
el mensaje; el documento
- mensaje [el ~] nom
- documento [el ~] nom

Translation Matrix for document:

Noun	Related Translations	Other Translations
documento	bericht; document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script	brokje; certificaat; charter; diploma; essay; geschrevene; kleine brok; oorkonde; schriftuur; tekst; verhandeling
escrito	document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script	epistel; geschrevene; handschrift; manuscript; schriftuur; tekst; zendbrief der Apostelen
mensaje	bericht; document	bericht; e-mailbericht; tijding
Modifier	Related Translations	Other Translations
escrito		contractueel; op schrift; per brief; uitgeschreven; voluitgeschreven

Related Words for "document":

documenten

Wiktionary Translations for document:

document

noun

een verzameling gegevens
- document → documento

Cross Translation:

From	To	Via
• document	→ documento	↔ document — original or official paper
• document	→ artículo	↔ paper — written document shorter than a book
• document	→ artículo	↔ Papier — Schriftstück in kleiner Auflage, meist dünner als ein Buch
• document	→ acta; certificado; acto; documento	↔ document — écrit qui sert de preuve ou de renseignement.
• document	→ obra; parche; acta; certificado; acto; trozo; parte	↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout.

Detailed Translations for documenten from Spanish to Dutch

documentar:

documentar verbe

documentar (registrar)
documenteren
- documenteren verbe (documenteer, documenteert, documenteerde, documenteerden, gedocumeteerd)

Conjugations for documentar:

presente

documento
documentas
documenta
documentamos
documentáis
documentan

imperfecto

documentaba
documentabas
documentaba
documentábamos
documentabais
documentaban

indefinido

documenté
documentaste
documentó
documentamos
documentasteis
documentaron

fut. de ind.

documentaré
documentarás
documentará
documentaremos
documentaréis
documentarán

condic.

documentaría
documentarías
documentaría
documentaríamos
documentaríais
documentarían

pres. de subj.

que documente
que documentes
que documente
que documentemos
que documentéis
que documenten

imp. de subj.

que documentara
que documentaras
que documentara
que documentáramos
que documentarais
que documentaran

miscelánea

¡documenta!
¡documentad!
¡no documentes!
¡no documentéis!
documentado
documentando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Translation Matrix for documentar:

Verb	Related Translations	Other Translations
documenteren	documentar; registrar

Synonyms for "documentar":

justificar; alegar; demostrar; acreditar; razonar; evidenciar; explicar; testimoniar; aducir; argumentar; discurrir; raciocinar
legalizar; refrendar; legitimar; atestiguar; autorizar; ratificar; certificar; escriturar; firmar; patentar; reglamentar; rubricar

Wiktionary Translations for documentar:

documentar

verb

onderbouwen, staven
- documenteren → documentar

Cross Translation:

From	To	Via
• documentar	→ documenteren	↔ document — to record in documents

Dutch and Spanish Search Results for: documenten

Detailed Translations for documenten from Dutch to Spanish

documenten:

documenten [de ~] nom, pluriel

de documenten (bescheiden)

de documenten (certificaten; stukken; aktes)

Translation Matrix for documenten:

Related Words for "documenten":

Wiktionary Translations for documenten:

Documenten:

Documenten

Documenten

Translation Matrix for Documenten:

document:

document [het ~] nom

het document (geschreven stuk; script; geschrift; schriftuur)

het document

het document (bericht)

Translation Matrix for document:

Related Words for "document":

Wiktionary Translations for document:

Related Translations for documenten

Detailed Translations for documenten from Spanish to Dutch

documentar:

documentar verbe

documentar (registrar)

Conjugations for documentar:

presente

imperfecto

indefinido

fut. de ind.

condic.

pres. de subj.

imp. de subj.

miscelánea

Translation Matrix for documentar:

Synonyms for "documentar":

Wiktionary Translations for documentar: