Dutch

Detailed Translations for bediscussiëren from Dutch to Spanish

bediscussiëren:


Translation Matrix for bediscussiëren:

NounRelated TranslationsOther Translations
discutir ruzie maken
VerbRelated TranslationsOther Translations
criticar bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over aanmerking maken; afkraken; bekritiseren; beoordelen; berispen; betuttelen; fel bekritiseren; goed- of afkeuren; hekelen; katten; kraken; kritiseren; loskrijgen; losmaken; lostornen; manen; neerhalen; omlaaghalen; recenseren; terechtwijzen; tornen; uithalen; uittrekken; vermanen; vitten; waarschuwen
debatir bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over debatteren; discussiëren; doorspreken; overleg voeren; protesteren; tegenspreken; tegenwerpen; weerspreken
deliberar bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over beraadslagen; doorspreken; overleg voeren; overleggen; overwegen; raad inwinnen; zich beraden
deliberar sobre bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over beraadslagen over
discutir bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over argumenteren; bakkeleien; bekvechten; debatteren; discussiëren; disputeren; doorspreken; hakketakken; kiften; kijven; krakelen; overleg voeren; protesteren; redetwisten; ruzie hebben; ruzie maken; ruzieën; ruziën; tegenspreken; tegenwerpen; twisten; uitpraten; uitspreken; weerspreken
discutir sobre bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over
hablar de bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over uitpraten; uitspreken
hablar sobre bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over onderwerp behandelen; spreken over
hacer cambiar de opinión bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over erg veranderen; ompraten; omturnen; overhalen; overreden; overtuigen
hacer una crítica de bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over bekritiseren; beoordelen; goed- of afkeuren; recenseren
hacer una reseñade bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over bekritiseren; recenseren
persuadir bediscussiëren; bepraten; bespreken; doorpraten; doorspreken; praten over erg veranderen; ompraten; omturnen; overhalen; overreden; overtuigen

Wiktionary Translations for bediscussiëren:


Cross Translation:
FromToVia
bediscussiëren conversar; discutir discuss — to converse or debate concerning a particular topic