Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. dooddrukken:


Dutch

Detailed Translations for dooddrukken from Dutch to Spanish

dooddrukken:

dooddrukken verbe (druk dood, drukt dood, drukte dood, drukten dood, doodgedrukt)

  1. dooddrukken

Conjugations for dooddrukken:

o.t.t.
  1. druk dood
  2. drukt dood
  3. drukt dood
  4. drukken dood
  5. drukken dood
  6. drukken dood
o.v.t.
  1. drukte dood
  2. drukte dood
  3. drukte dood
  4. drukten dood
  5. drukten dood
  6. drukten dood
v.t.t.
  1. heb doodgedrukt
  2. hebt doodgedrukt
  3. heeft doodgedrukt
  4. hebben doodgedrukt
  5. hebben doodgedrukt
  6. hebben doodgedrukt
v.v.t.
  1. had doodgedrukt
  2. had doodgedrukt
  3. had doodgedrukt
  4. hadden doodgedrukt
  5. hadden doodgedrukt
  6. hadden doodgedrukt
o.t.t.t.
  1. zal dooddrukken
  2. zult dooddrukken
  3. zal dooddrukken
  4. zullen dooddrukken
  5. zullen dooddrukken
  6. zullen dooddrukken
o.v.t.t.
  1. zou dooddrukken
  2. zou dooddrukken
  3. zou dooddrukken
  4. zouden dooddrukken
  5. zouden dooddrukken
  6. zouden dooddrukken
en verder
  1. ben doodgedrukt
  2. bent doodgedrukt
  3. is doodgedrukt
  4. zijn doodgedrukt
  5. zijn doodgedrukt
  6. zijn doodgedrukt
diversen
  1. druk dood!
  2. drukt dood!
  3. doodgedrukt
  4. dooddrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dooddrukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
aplastar aanstampen; vasttreden
VerbRelated TranslationsOther Translations
aplastar dooddrukken aantasten; aanvreten; afplatten; bederven; beschadigen; effenen; fijn drukken; fijnmaken; kapotdrukken; platdrukken; platmaken; platstampen; platwalsen; smashen; verbrijzelen; vergruizen; vermorzelen; verpletteren