Dutch

Detailed Translations for eis from Dutch to Spanish

eis:

eis [de ~ (m)] nom

  1. de eis (vraag; vordering)
    la demanda; la exigencia
  2. de eis (vordering; claim)
    la exigencia; la demanda; la reclamación; la demanda judicial
  3. de eis (voorwaarde; conditie; vereiste)
    la condición
  4. de eis (rechtsvordering)
  5. de eis (voorwaarde; conditie; criterium; )
    la condición; el requisito; el criterio; la cláusula; la restricción; la estipulación; el estado; el cuadro; la forma física; la acción judicial

Translation Matrix for eis:

NounRelated TranslationsOther Translations
acción judicial beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; rechtsvordering; voorwaarde rechtsingang
cláusula beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde artikel; beding; bepaling; bijwoordelijke bepaling; clausule; voorwaarde; woordgroep; zinsnede
condición beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; vereiste; voorwaarde beding; conditie; geestesgesteldheid; geestestoestand; premisse; psychische toestand; restrictie; staat; toestand; voorbehoud; voorwaarde; vorm
criterio beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde aanhaling; articulatie; citaat; commandovlag; doorzicht; inzicht; maatstaf; oordeelvelling; quote; toetssteen; uitspraak; vonnis
cuadro beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde bloemperk; carré; leidinggevend personeel; perk; ruitje; vierkantje
demanda claim; eis; vordering; vraag bede; navraag; verzoek; voorstel; vraag
demanda judicial claim; eis; rechtsvordering; vordering
estado beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde beschikbaarheid; betalingsstatus; conditie; gesteldheid; goedkeuringsstatus; heisa; land; natie; omstandigheden; omstandigheid; online status; positie; rijk; situatie; staat; status; toestand
estipulación beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde artikel; beding; clausule; definiëring; omschrijving; voorwaarde
exigencia claim; eis; vordering; vraag beding; kieskeurigheid; must; veeleisendheid; vereiste; voorwaarde
forma física beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde conditie; vorm
reclamación claim; eis; vordering bezwaar; bezwaarschrift; grief; het klagen; incassering; incasso; innen; inning; invordering; klacht; prijslijst; tarievenlijst; tegenmaatregel; tegenvordering; vordering
requisito beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde beding; begeren; lust; restrictie; smachten; verlangen; voorbehoud; voorwaarde; wensen; zucht
restricción beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; voorwaarde begrenzing; beknotting; beperking; grens; inkrimping; kleiner maken; limiet; reduceren; restrictie; voorbehoud; voorwaarde
- voorwaarde

Related Words for "eis":


Synonyms for "eis":


Related Definitions for "eis":

  1. wat je beslist wilt dat er gebeurt1
    • het is een eis voor het examen dat je dit papier inlevert1

Wiktionary Translations for eis:

eis
noun
  1. een dwingende vraag

Cross Translation:
FromToVia
eis reivindicación; pretensión Anspruch — berechtigte Forderung an etwas oder jemanden: Forderung, Erwartung

eis form of eisen:

eisen verbe (eis, eist, eiste, eisten, geëist)

  1. eisen (opeisen; aanspraak maken op; vorderen; rekwireren; opvorderen)
  2. eisen (inmanen; vorderen; invorderen)
  3. eisen (vergen; vereisen; verlangen)
    exigir
  4. eisen (reclameren)

Conjugations for eisen:

o.t.t.
  1. eis
  2. eist
  3. eist
  4. eisen
  5. eisen
  6. eisen
o.v.t.
  1. eiste
  2. eiste
  3. eiste
  4. eisten
  5. eisten
  6. eisten
v.t.t.
  1. heb geëist
  2. hebt geëist
  3. heeft geëist
  4. hebben geëist
  5. hebben geëist
  6. hebben geëist
v.v.t.
  1. had geëist
  2. had geëist
  3. had geëist
  4. hadden geëist
  5. hadden geëist
  6. hadden geëist
o.t.t.t.
  1. zal eisen
  2. zult eisen
  3. zal eisen
  4. zullen eisen
  5. zullen eisen
  6. zullen eisen
o.v.t.t.
  1. zou eisen
  2. zou eisen
  3. zou eisen
  4. zouden eisen
  5. zouden eisen
  6. zouden eisen
en verder
  1. is geëist
  2. zijn geëist
diversen
  1. eis!
  2. eist!
  3. geëist
  4. eisend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for eisen:

NounRelated TranslationsOther Translations
exigir opvorderen; vordering
reclamar aanspraak maken op; claim; opvorderen; vordering
VerbRelated TranslationsOther Translations
exigir aanspraak maken op; eisen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vereisen; vergen; verlangen; vorderen aanspraak op maken; terugeisen; terugvorderen
recaudar eisen; inmanen; invorderen; vorderen casseren; geld in ontvangst nemen; in geld omzetten; incasseren; innen; kapitaliseren; verzilveren
reclamar aanspraak maken op; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; reclameren; rekwireren; vorderen aanspraak op maken; aanvragen; een klacht indienen; klagen; opvragen; terugeisen; terugvorderen; terugvragen; verzoeken; vragen; zich beklagen; zijn beklag indienen
reivindicar aanspraak maken op; eisen; inmanen; invorderen; opeisen; opvorderen; rekwireren; vorderen terugeisen; terugvorderen
- verlangen

Related Words for "eisen":


Synonyms for "eisen":


Related Definitions for "eisen":

  1. beslist willen hebben dat het gebeurt1
    • ik eis dat je je jas opruimt1

Wiktionary Translations for eisen:

eisen
verb
  1. zeer dringend vragen, vaak met een sanctie op het niet beantwoorden ervan

Cross Translation:
FromToVia
eisen exigir demand — to request forcefully
eisen solicitar beantragen — einen Antrag auf etwas, jemanden stellen
eisen preguntar; pedir demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.
eisen exigir exigerdemander quelque chose en vertu d’un droit légitime ou prétendre tel.

Related Translations for eis