Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. geblust:
  2. blussen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geblust from Dutch to Spanish

geblust:


Translation Matrix for geblust:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
apagado geblust; uitgeblust afsluitings-; beslagen; bleek; dof; effen; egaal; eruit; flets; futloos; gedempt; gelijk; geslepen; glad; glansloos; grauw; halfluid; ingetogen; kleurloos; lamlendig; lusteloos; mat; mistroostig; niet helder; oververmoeid; plat; slap; somber; stemmig; strak; triest; troosteloos; uit; van; vanaf nu; vanuit; vlak; vlakuit; vreugdeloos
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
apagado afsluiten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
agotado geblust; uitgeblust aan stress lijdend; afgemat; bleek; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; flauw; flets; gestresst; hondsmoe; ijdel; leeg; loos; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; ongevuld; op; overspannen; oververmoeid; overwerkt; uitdrukkingsloos; uitgeput; uitgeteld; uitverkocht; verschoten; volgeboekt; wezenloos
cansadísimo geblust; uitgeblust afgemat; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; oververmoeid; uitgeput; uitgeteld
exhausto geblust; uitgeblust afgemat; bekaf; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hol; hondsmoe; inhoudsloos; leeg; nietszeggend; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; op; oververmoeid; uitgeput; uitgeteld
exánime geblust; uitgeblust dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield
hecho polvo geblust; uitgeblust bekaf; oververmoeid; uitgeput; uitgeteld
muy cansado geblust; uitgeblust afgemat; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; hondsmoe; op; oververmoeid; uitgeput; uitgeteld
sobrefatigado geblust; uitgeblust oververmoeid; uitgeput; uitgeteld

geblust form of blussen:

blussen [znw.] nom

  1. blussen
    la extinción

blussen verbe (blus, blust, bluste, blusten, geblust)

  1. blussen (uitblussen; doven; uitdoven)

Conjugations for blussen:

o.t.t.
  1. blus
  2. blust
  3. blust
  4. blussen
  5. blussen
  6. blussen
o.v.t.
  1. bluste
  2. bluste
  3. bluste
  4. blusten
  5. blusten
  6. blusten
v.t.t.
  1. heb geblust
  2. hebt geblust
  3. heeft geblust
  4. hebben geblust
  5. hebben geblust
  6. hebben geblust
v.v.t.
  1. had geblust
  2. had geblust
  3. had geblust
  4. hadden geblust
  5. hadden geblust
  6. hadden geblust
o.t.t.t.
  1. zal blussen
  2. zult blussen
  3. zal blussen
  4. zullen blussen
  5. zullen blussen
  6. zullen blussen
o.v.t.t.
  1. zou blussen
  2. zou blussen
  3. zou blussen
  4. zouden blussen
  5. zouden blussen
  6. zouden blussen
en verder
  1. ben geblust
  2. bent geblust
  3. is geblust
  4. zijn geblust
  5. zijn geblust
  6. zijn geblust
diversen
  1. blus!
  2. blust!
  3. geblust
  4. blussend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for blussen:

NounRelated TranslationsOther Translations
extinción blussen uitdoving
VerbRelated TranslationsOther Translations
apagar blussen; doven; uitblussen; uitdoven afbakenen; afdempen; afdempen van geluid; afpalen; afsluiten; afzetten; begrenzen; doven; neppen; omlijnen; prenten; smoren; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; uitademen; uitblazen; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitdraaien; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden
extinguir blussen; doven; uitblussen; uitdoven bedaren; doven; kalmeren; liquideren; smoren; sussen; tot kalmte manen; uitblussen; uitdoven; uitroeien; wegvagen

Antonyms for "blussen":


Related Definitions for "blussen":

  1. doven. zorgen dat het uitgaat1
    • de brandweer heeft het vuur gedoofd1

Wiktionary Translations for blussen:

blussen
verb
  1. het doven van een brand

Cross Translation:
FromToVia
blussen extinguir; apagar extinguish — to put out, as in fire; to end burning; to quench
blussen extinguir put out — extinguish
blussen apagar quench — extinguish a flame
blussen extinguir löschen — eine Flüssigkeit zu etwas hinzugeben
blussen apagar; extinguir éteindrecesser l’ignition d’une chose.