Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gesprek aanknopen:


Dutch

Detailed Translations for gesprek aanknopen from Dutch to Spanish

gesprek aanknopen:


Translation Matrix for gesprek aanknopen:

NounRelated TranslationsOther Translations
abrir opendoen; openmaken
lanzar gesmijt; omhoog werpen; opwerpen
VerbRelated TranslationsOther Translations
abordar aankaarten; aanknopen; aansnijden; entameren; gesprek aanknopen; openen; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen aankaarten; aanklampen; aanpakken; aansnijden; aanvatten; aanvoeren; beetgrijpen; beetpakken; entameren; enteren; grijpen; onderhanden nemen; onderuithalen; op tafel leggen; opperen; opwerpen; te berde brengen; tekkelen; ter sprake brengen; vastklampen; vastpakken
abrir aankaarten; aanknopen; aansnijden; entameren; gesprek aanknopen; openen; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen afbakenen; afpalen; afzetten; beginnen; begrenzen; inleiden; inluiden; kraken; losbreken; loskrijgen; losmaken; losslaan; lostornen; omlijnen; ontgrendelen; ontsluiten; openbreken; opendoen; openen; openleggen; openmaken; openschuiven; openslaan; openstellen; opentrekken; starten; toegankelijk maken; tornen; uithalen; uittrekken; vrijgeven
aumentar aankaarten; aanknopen; aansnijden; entameren; gesprek aanknopen; openen; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; bezwaren; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; gewicht toevoegen; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opvoeren; opzetten; stijgen; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden; verzwaren; zwaarder maken
inaugurar aankaarten; aanknopen; aansnijden; entameren; gesprek aanknopen; openen; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen beginnen; heiligen; inaugureren; inhuldigen; inleiden; inluiden; inwijden; inzegenen; openen; plechtig bevestigen; starten; wijden; zegenen
lanzar aankaarten; aanknopen; aansnijden; entameren; gesprek aanknopen; openen; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen afschieten; afsmijten; afvuren; afwerpen; afzien van rechtsvervolging; jonassen; kwakken; lanceren; laten zien; naar beneden werpen; naar voren brengen; neerkwakken; neerwerpen; omhooggooien; omlaag werpen; op de markt brengen; opgooien; opperen; opwerpen; poneren; schieten; schoten lossen; seponeren; smakken; smijten; stellen; suggereren; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; uitgeven; uitgooien; uitwerpen; vuren
trabar conversación aankaarten; aanknopen; aansnijden; entameren; gesprek aanknopen; openen; opwerpen; starten; te berde brengen; ter sprake brengen

Related Translations for gesprek aanknopen