Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gladstrijken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gladstrijken from Dutch to Spanish

gladstrijken:

gladstrijken verbe (strijk glad, strijkt glad, strijkte glad, strijkten glad, gladgestreken)

  1. gladstrijken (strijken)
    planchar; cubrir; alisar; rozar; arriar

Conjugations for gladstrijken:

o.t.t.
  1. strijk glad
  2. strijkt glad
  3. strijkt glad
  4. strijken glad
  5. strijken glad
  6. strijken glad
o.v.t.
  1. strijkte glad
  2. strijkte glad
  3. strijkte glad
  4. strijkten glad
  5. strijkten glad
  6. strijkten glad
v.t.t.
  1. heb gladgestreken
  2. hebt gladgestreken
  3. heeft gladgestreken
  4. hebben gladgestreken
  5. hebben gladgestreken
  6. hebben gladgestreken
v.v.t.
  1. had gladgestreken
  2. had gladgestreken
  3. had gladgestreken
  4. hadden gladgestreken
  5. hadden gladgestreken
  6. hadden gladgestreken
o.t.t.t.
  1. zal gladstrijken
  2. zult gladstrijken
  3. zal gladstrijken
  4. zullen gladstrijken
  5. zullen gladstrijken
  6. zullen gladstrijken
o.v.t.t.
  1. zou gladstrijken
  2. zou gladstrijken
  3. zou gladstrijken
  4. zouden gladstrijken
  5. zouden gladstrijken
  6. zouden gladstrijken
en verder
  1. is gladgestreken
  2. zijn gladgestreken
diversen
  1. strijk glad!
  2. strijkt glad!
  3. gladgestreken
  4. gladstrijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gladstrijken:

NounRelated TranslationsOther Translations
cubrir bedekken; beslaan; indekken
VerbRelated TranslationsOther Translations
alisar gladstrijken; strijken effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; gladwrijven; polijsten
arriar gladstrijken; strijken aanzetten; duwen; laten vieren; neerhalen; neersabelen; opzwepen; sterk prikkelen; vieren; voortbewegen; voortduwen; vooruitduwen; vrijaf geven; vrijgeven
cubrir gladstrijken; strijken afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; bemantelen; beschermen; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; blinderen; dekken; dichtgooien; draperen; hullen; inhullen; insluiten; maskeren; met stof behangen; omhullen; omvatten; overdekken; overheen trekken; overkappen; overtrekken; overwelven; stofferen; toestoppen; toevoegen; van bekleding voorzien; verhullen; versluieren
planchar gladstrijken; strijken effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; oppersen
rozar gladstrijken; strijken aanroeren; aanstippen; even aanraken; lichtjes aanraken; schampen; toesteken; toestoten
OtherRelated TranslationsOther Translations
cubrir bedekken; met iets bestrijken

Wiktionary Translations for gladstrijken:

gladstrijken
verb
  1. door strijken glad of effen maken

Cross Translation:
FromToVia
gladstrijken alisar smooth — make smooth
gladstrijken alisar smoothen — make smooth