Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. hart:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hart from Dutch to Spanish

hart:

hart [het ~] nom

  1. het hart (bloedpomp)
    el corazón; la esencia; el lo más esencial; el centro

Translation Matrix for hart:

NounRelated TranslationsOther Translations
centro bloedpomp; hart binnenste; bolwerk; centrum; dolhuis; gekkenhuis; gesticht; inrichting; kern; krankzinnigengesticht; krankzinnigeninrichting; middelpunt; middelste; midden; psychiatrische inrichting
corazón bloedpomp; hart beminde; binnenste; duifje; geliefde; kern; liefje; liefste; lieve; lieveling; lieverd; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin; vrouwlief
esencia bloedpomp; hart belangrijkste punt; essentie; hoofdpunt; kern; midden; wezenlijkheid
lo más esencial bloedpomp; hart essentie; kern; midden; wezenlijkste

Related Words for "hart":


Related Definitions for "hart":

  1. centrum, binnenste1
    • hij woont in het hart van de stad1
  2. orgaan in je borst dat het bloed door je lichaam pompt1
    • de dokter zei dat haar hart regelmatig klopte1

Wiktionary Translations for hart:

hart
noun
  1. anatomie|nld holle spier die door geregeld samen te trekken bloed door het lichaam pompt

Cross Translation:
FromToVia
hart corazón heart — an organ
hart coraje heart — emotions or kindness
hart corazón heart — centre or core
hart corazón heart — a shape or symbol
hart corazón HerzAnatomie: das Zentralorgan für den Blutkreislauf
hart corazón cœur — Organe. (Sens général).

Related Translations for hart