Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. hoogschatten:


Dutch

Detailed Translations for hoogschatten from Dutch to Spanish

hoogschatten:

hoogschatten verbe (schat hoog, schatte hoog, schatten hoog, gehoogschat)

  1. hoogschatten (hoogachten; respecteren; eerbiedigen; achten)

Conjugations for hoogschatten:

o.t.t.
  1. schat hoog
  2. schat hoog
  3. schat hoog
  4. schatten hoog
  5. schatten hoog
  6. schatten hoog
o.v.t.
  1. schatte hoog
  2. schatte hoog
  3. schatte hoog
  4. schatten hoog
  5. schatten hoog
  6. schatten hoog
v.t.t.
  1. heb gehoogschat
  2. hebt gehoogschat
  3. heeft gehoogschat
  4. hebben gehoogschat
  5. hebben gehoogschat
  6. hebben gehoogschat
v.v.t.
  1. had gehoogschat
  2. had gehoogschat
  3. had gehoogschat
  4. hadden gehoogschat
  5. hadden gehoogschat
  6. hadden gehoogschat
o.t.t.t.
  1. zal hoogschatten
  2. zult hoogschatten
  3. zal hoogschatten
  4. zullen hoogschatten
  5. zullen hoogschatten
  6. zullen hoogschatten
o.v.t.t.
  1. zou hoogschatten
  2. zou hoogschatten
  3. zou hoogschatten
  4. zouden hoogschatten
  5. zouden hoogschatten
  6. zouden hoogschatten
diversen
  1. schat hoog!
  2. schat hoog!
  3. gehoogschat
  4. hoogschattend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hoogschatten:

NounRelated TranslationsOther Translations
glorificar prijzen; roemen; verheerlijken
VerbRelated TranslationsOther Translations
estimar mucho achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren
glorificar achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren aanbidden; adoreren; de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; lofprijzen; met een roze bril bezien; ophemelen; romantiseren; verafgoden; verheerlijken
respetar achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren eerbiedigen; houden aan; in acht nemen; ontzien; sparen; verschonen
tener en gran estima achten; eerbiedigen; hoogachten; hoogschatten; respecteren