Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. omverwerpen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for omverwerpen from Dutch to Spanish

omverwerpen:

omverwerpen verbe (werp omver, werpt omver, wierp omver, wierpen omver, omver geworpen)

  1. omverwerpen (omvergooien; omgooien; omkiepen; omwerpen; omkieperen)

Conjugations for omverwerpen:

o.t.t.
  1. werp omver
  2. werpt omver
  3. werpt omver
  4. werpen omver
  5. werpen omver
  6. werpen omver
o.v.t.
  1. wierp omver
  2. wierp omver
  3. wierp omver
  4. wierpen omver
  5. wierpen omver
  6. wierpen omver
v.t.t.
  1. heb omver geworpen
  2. hebt omver geworpen
  3. heeft omver geworpen
  4. hebben omver geworpen
  5. hebben omver geworpen
  6. hebben omver geworpen
v.v.t.
  1. had omver geworpen
  2. had omver geworpen
  3. had omver geworpen
  4. hadden omver geworpen
  5. hadden omver geworpen
  6. hadden omver geworpen
o.t.t.t.
  1. zal omverwerpen
  2. zult omverwerpen
  3. zal omverwerpen
  4. zullen omverwerpen
  5. zullen omverwerpen
  6. zullen omverwerpen
o.v.t.t.
  1. zou omverwerpen
  2. zou omverwerpen
  3. zou omverwerpen
  4. zouden omverwerpen
  5. zouden omverwerpen
  6. zouden omverwerpen
en verder
  1. ben omver geworpen
  2. bent omver geworpen
  3. is omver geworpen
  4. zijn omver geworpen
  5. zijn omver geworpen
  6. zijn omver geworpen
diversen
  1. werp omver!
  2. werpt omver!
  3. omver geworpen
  4. omver werpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omverwerpen:

NounRelated TranslationsOther Translations
derribar doodschieten; neerleggen; neerschieten
VerbRelated TranslationsOther Translations
caerse omgooien; omkiepen; omkieperen; omvergooien; omverwerpen; omwerpen afknappen; buitelen; doordringen; duikelen; er vanaf breken; eraf vallen; imploderen; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; inzakken; naar beneden storten; naar beneden vallen; neerstorten; neervallen; omlaagstorten; omlaagvallen; op de grond vallen; penetreren; sterk afnemen; teruglopen; vallen
cambiar completamente omgooien; omkiepen; omkieperen; omvergooien; omverwerpen; omwerpen
derribar omgooien; omkiepen; omkieperen; omvergooien; omverwerpen; omwerpen afbreken; begeven; bomen kappen; breken; deponeren; dompen; flippen; hakken; houwen; iets afbreken; inhakken; inhouwen; kantelen; kappen; kiepen; leggen; naar beneden werpen; neerhalen; neerleggen; neersabelen; neerschieten; neerslaan; neerwerpen; neerzetten; omduwen; omhakken; omlaag werpen; omslaan; omstoten; omver kiepen; omvergooien; omverhalen; omverrukken; omverstoten; omvertrekken; onderuit halen; onderuithalen; overhoopschieten; plaatsen; ruineren; slopen; smijten; stationeren; ten val brengen; uit elkaar halen; uitgommen; uitroeien; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vellen; vernielen; vernietigen; verwoesten; vlakken; vloeren; wegvagen; wegvegen; wippen; wissen; zetten
derrocar omgooien; omkiepen; omkieperen; omvergooien; omverwerpen; omwerpen afbakenen; afpalen; afsmijten; afwerpen; afzetten; amputeren; begrenzen; beknotten; beperken; omduwen; omlijnen; omstoten; omverstoten
echar por tierra omgooien; omkiepen; omkieperen; omvergooien; omverwerpen; omwerpen omduwen; omstoten; omverstoten
girar bruscamente omgooien; omkiepen; omkieperen; omvergooien; omverwerpen; omwerpen
hacer caer omgooien; omkiepen; omkieperen; omvergooien; omverwerpen; omwerpen omduwen; omstoten; omverrukken; omverstoten
refutar omgooien; omkiepen; omkieperen; omvergooien; omverwerpen; omwerpen ontkrachten; ontzenuwen; refuteren; weerleggen

Wiktionary Translations for omverwerpen:

omverwerpen
verb
  1. een einde maken aan een bewind

Cross Translation:
FromToVia
omverwerpen derrocar; derribar overthrow — bring about downfall