Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. oplichters:


Dutch

Detailed Translations for oplichters from Dutch to Spanish

oplichters:

oplichters [de ~] nom, pluriel

  1. de oplichters (zwendelaars)
    el estafadores; el engañadores; el timador; el enredadores

Translation Matrix for oplichters:

NounRelated TranslationsOther Translations
engañadores oplichters; zwendelaars bedriegers; misleiders; sjoemelaars
enredadores oplichters; zwendelaars sjoemelaars
estafadores oplichters; zwendelaars bedriegers; broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; misleiders; sjoemelaars
timador oplichters; zwendelaars flessentrekker