Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. recent:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for recenter from Dutch to Spanish

recent:

recent adj

  1. recent

recent

  1. recent

Translation Matrix for recent:

Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
novedades recent wat is er nieuw
ModifierRelated TranslationsOther Translations
reciente recent eigentijds; hedendaags; modern; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend

Related Words for "recent":

  • recenter, recentere, recentst, recentste, recente

Antonyms for "recent":


Related Definitions for "recent":

  1. niet lang geleden gemaakt of gebeurd1
    • ik heb het gelezen in een recent artikel1

Wiktionary Translations for recent:

recent
adjective
  1. een korte tijd geleden gebeurd of begonnen

Cross Translation:
FromToVia
recent reciente recent — having happened a short while ago
recent reciente récent — Qui s’produire depuis peu de temps.