Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. reclameren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for reclameren from Dutch to Spanish

reclameren:

reclameren verbe (reclameer, reclameert, reclameerde, reclameerden, gereclameerd)

  1. reclameren (eisen)

Conjugations for reclameren:

o.t.t.
  1. reclameer
  2. reclameert
  3. reclameert
  4. reclameren
  5. reclameren
  6. reclameren
o.v.t.
  1. reclameerde
  2. reclameerde
  3. reclameerde
  4. reclameerden
  5. reclameerden
  6. reclameerden
v.t.t.
  1. heb gereclameerd
  2. hebt gereclameerd
  3. heeft gereclameerd
  4. hebben gereclameerd
  5. hebben gereclameerd
  6. hebben gereclameerd
v.v.t.
  1. had gereclameerd
  2. had gereclameerd
  3. had gereclameerd
  4. hadden gereclameerd
  5. hadden gereclameerd
  6. hadden gereclameerd
o.t.t.t.
  1. zal reclameren
  2. zult reclameren
  3. zal reclameren
  4. zullen reclameren
  5. zullen reclameren
  6. zullen reclameren
o.v.t.t.
  1. zou reclameren
  2. zou reclameren
  3. zou reclameren
  4. zouden reclameren
  5. zouden reclameren
  6. zouden reclameren
diversen
  1. reclameer!
  2. reclameert!
  3. gereclameerd
  4. reclamerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for reclameren:

NounRelated TranslationsOther Translations
reclamar aanspraak maken op; claim; opvorderen; vordering
VerbRelated TranslationsOther Translations
reclamar eisen; reclameren aanspraak maken op; aanspraak op maken; aanvragen; een klacht indienen; eisen; inmanen; invorderen; klagen; opeisen; opvorderen; opvragen; rekwireren; terugeisen; terugvorderen; terugvragen; verzoeken; vorderen; vragen; zich beklagen; zijn beklag indienen

Wiktionary Translations for reclameren:

reclameren
verb
  1. geld terugvragen

Cross Translation:
FromToVia
reclameren reclamar; necesitar réclamerimplorer ; demander avec instance.