Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. uitwrijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitwrijven from Dutch to Spanish

uitwrijven:

uitwrijven verbe (wrijf uit, wrijft uit, wreef uit, wreven uit, uitgewreven)

  1. uitwrijven

Conjugations for uitwrijven:

o.t.t.
  1. wrijf uit
  2. wrijft uit
  3. wrijft uit
  4. wrijven uit
  5. wrijven uit
  6. wrijven uit
o.v.t.
  1. wreef uit
  2. wreef uit
  3. wreef uit
  4. wreven uit
  5. wreven uit
  6. wreven uit
v.t.t.
  1. heb uitgewreven
  2. hebt uitgewreven
  3. heeft uitgewreven
  4. hebben uitgewreven
  5. hebben uitgewreven
  6. hebben uitgewreven
v.v.t.
  1. had uitgewreven
  2. had uitgewreven
  3. had uitgewreven
  4. hadden uitgewreven
  5. hadden uitgewreven
  6. hadden uitgewreven
o.t.t.t.
  1. zal uitwrijven
  2. zult uitwrijven
  3. zal uitwrijven
  4. zullen uitwrijven
  5. zullen uitwrijven
  6. zullen uitwrijven
o.v.t.t.
  1. zou uitwrijven
  2. zou uitwrijven
  3. zou uitwrijven
  4. zouden uitwrijven
  5. zouden uitwrijven
  6. zouden uitwrijven
en verder
  1. ben uitgewreven
  2. bent uitgewreven
  3. is uitgewreven
  4. zijn uitgewreven
  5. zijn uitgewreven
  6. zijn uitgewreven
diversen
  1. wrijf uit!
  2. wrijft uit!
  3. uitgewreven
  4. uitwrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitwrijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
aplicar toedienen
fregar boenen; dweilen
frotar boenen
VerbRelated TranslationsOther Translations
aplicar uitwrijven aangrijpen; aanwenden; benutten; bezigen; deponeren; gebruik maken van; gebruiken; insmeren; leggen; plaatsen; toepassen; utiliseren; zetten
encerar uitwrijven gladmaken; gladwrijven; in de was zetten; insmeren; opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; politoeren; wrijven
engrasar uitwrijven doorsmeren; inoliën; insmeren; invetten; oliën; smeren
fregar uitwrijven afboenen; afschrobben; boenen; dweilen; gladmaken; gladwrijven; insmeren; opdweilen; politoeren; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben
frotar uitwrijven afboenen; afkrabben; afschrobben; bezemen; boenen; fijnwrijven; gladmaken; gladwrijven; insmeren; politoeren; schoonboenen; schoonschrobben; schrapen; schrappen; schrobben
lubricar uitwrijven doorsmeren; inoliën; insmeren; invetten; oliën; smeren

Wiktionary Translations for uitwrijven:


Cross Translation:
FromToVia
uitwrijven frotar; fregar frotterpasser une chose sur une autre à plusieurs reprises, en appuyer, en pressant.