Dutch

Detailed Translations for vaststellen from Dutch to Spanish

vaststellen:

vaststellen verbe (stel vast, stelt vast, stelde vast, stelden vast, vastgesteld)

  1. vaststellen (determineren; bepalen)
  2. vaststellen (constateren)

Conjugations for vaststellen:

o.t.t.
  1. stel vast
  2. stelt vast
  3. stelt vast
  4. stellen vast
  5. stellen vast
  6. stellen vast
o.v.t.
  1. stelde vast
  2. stelde vast
  3. stelde vast
  4. stelden vast
  5. stelden vast
  6. stelden vast
v.t.t.
  1. heb vastgesteld
  2. hebt vastgesteld
  3. heeft vastgesteld
  4. hebben vastgesteld
  5. hebben vastgesteld
  6. hebben vastgesteld
v.v.t.
  1. had vastgesteld
  2. had vastgesteld
  3. had vastgesteld
  4. hadden vastgesteld
  5. hadden vastgesteld
  6. hadden vastgesteld
o.t.t.t.
  1. zal vaststellen
  2. zult vaststellen
  3. zal vaststellen
  4. zullen vaststellen
  5. zullen vaststellen
  6. zullen vaststellen
o.v.t.t.
  1. zou vaststellen
  2. zou vaststellen
  3. zou vaststellen
  4. zouden vaststellen
  5. zouden vaststellen
  6. zouden vaststellen
en verder
  1. ben vastgesteld
  2. bent vastgesteld
  3. is vastgesteld
  4. zijn vastgesteld
  5. zijn vastgesteld
  6. zijn vastgesteld
diversen
  1. stel vast!
  2. stelt vast!
  3. vastgesteld
  4. vaststellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vaststellen [znw.] nom

  1. vaststellen (bepalen)

Translation Matrix for vaststellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
determinación bepalen; vaststellen afkondiging; bepalen; bepaling; beschikken; beslistheid; decreet; definiëring; determinatie; maatregel; omschrijving; schikking; standvastigheid; uitvaardiging; vastberadenheid; verordenen; voorschrijven; voorziening
fijar vastzetten
VerbRelated TranslationsOther Translations
comprobar bepalen; constateren; determineren; vaststellen aantonen; afwegen; bepalen; beproeven; bewijzen; checken; controleren; diepte bepalen; doorvorsen; examineren; inschatten; kalibreren; keuren; meten; nagaan; nakijken; narekenen; naspeuren; nasporen; natellen; natrekken; onderzoeken; opmeten; overhoren; peilen; schatten; staven; testen; toetsen; verifieren; verifiëren; zekerstellen
constatar bepalen; constateren; determineren; vaststellen bemerken; gewaarworden; merken; opmerken; signaleren; waarnemen
definir bepalen; determineren; vaststellen afbakenen; afpalen; afschilderen; afzetten; begrenzen; bepalen; beschrijven; definiëren; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren; schetsen
determinar bepalen; determineren; vaststellen bestemmen; een ereteken geven; onderscheiden; plaats toekennen; plaatsen; van elkaar onderscheiden
establecer bepalen; determineren; vaststellen aanstellen; arrangeren; benoemen; bouwen; construeren; iets op touw zetten; initiëren; inrichten; installeren; instellen; invoeren; koloniseren; op gang brengen; oprichten; optrekken; overeindzetten; plaats toekennen; plaatsen; regelen; settelen; stichten; vestigen
estipular bepalen; determineren; vaststellen contracteren; gebieden; gelasten; stipuleren; vastleggen; voorschrijven
fijar bepalen; determineren; vaststellen aan elkaar bevestigen; aanhechten; betrappen; bevestigen; ergens aan bevestigen; fiksen; gebieden; gelasten; goedmaken; hechten; herstellen; iets vastkleven; kleven; maken; pinnen; plaats toekennen; plaatsen; plakken; rechtzetten; repareren; snappen; spelden; vastbinden; vastleggen; vastlijmen; vastmaken; vastzetten; verbinden; verzekeren; voorschrijven
identificar bepalen; determineren; vaststellen identificeren; identiteit vaststellen; vereenzelvigen
- bepalen; beslissen; besluiten; constateren; uitmaken

Synonyms for "vaststellen":


Related Definitions for "vaststellen":

  1. zeggen hoe het is of wat er gebeurt1
    • de oorzaak van het ongeluk kon niet vastgesteld worden1
  2. zien dat het zo is1
    • hij stelde vast dat ze groene ogen had1

Wiktionary Translations for vaststellen:


Cross Translation:
FromToVia
vaststellen determinar; averiguar; establecer ascertain — find out; discover or establish
vaststellen determinar determine — to set the limits of
vaststellen establecer establish — To prove and cause to be accepted as true; to establish a fact; to demonstrate
vaststellen retener festhaltendeutlich erwähnen; in Erinnerung rufen
vaststellen constatar; comprobar constater — vx|fr Rendre évident.
vaststellen fijar; definir fixerattacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place.

Related Translations for vaststellen